Een fonds van 38 miljoen euro vanuit de Rijksoverheid is volgens NRP niet genoeg om herstructurering in Nederland succesvol te maken. Opdrachtgevers en bouwers moeten zich van het NRP nog meer bewust worden van kansen die het herbestemmen van bestaande bouw biedt. Vakprijs De Gulden Feniks van NRP brengt kansen in beeld en inspireert bouwers.
Minister Ollongren start dit jaar met een fonds van 38 miljoen euro voor het transformeren van bestaande bouw. Provincies, gemeenten en private partijen moeten ook een bijdrage leveren om herbestemming van bestaande bouw te realiseren. “Het is mooi dat het fonds er is, maar het blijft een druppel op de gloeiende plaat. Ik weet niet of dit nu partijen over de streep trekt om binnenstedelijk te gaan bouwen”, verklaart Anne Luijten, directeur van NRP.
Wel is Luijten blij met het signaal van de overheid dat er echt met binnenstedelijke transformatie aan de slag moet worden gegaan. “Het is gemakkelijk om bij een grote woningbouwopgave gelijk naar de lege wei te kijken, maar we moeten ook een kwaliteitsslag maken in de steden. Oude havengebieden of stationsgebieden moeten levendige, gemixte wijken worden. Vroeger waren daar meer substantiëlere rijkssubsidies voor, maar het Rijk heeft zich teruggetrokken. Het is nu aan gemeenten en de markt. Ik zeg niet dat je alles met subsidies moet doen, maar het is wel heel belangrijk. Want iedereen weet dat het binnenstedelijk bouwen duurder is dan nieuwbouw in de wei. Dat maakt het fonds een belangrijk signaal!”
Renovatie en transformatie zijn volgens Luijten groot geworden in de crisistijd omdat andere bouwprojecten stilvielen. Nu de economie weer volop draait, ziet Luijten de neiging bij opdrachtgevers ontstaan om toch weer snel naar nieuwbouw te kijken: “In de huidige tijd met belangrijke klimaatdoelstellingen, kun je niet om de bestaande bouwvoorraad heen. We hebben te maken met de energietransitie. De oplossing hiervoor ligt grotendeels in de bestaande bouw. Bij nieuwbouw heb je het over één miljoen panden, terwijl er in Nederland 7,5 miljoen gebouwen moeten worden verduurzaamd. Om onze klimaatdoelstellingen te halen, is de bestaande bouw dus cruciaal. Hier moet het verschil worden gemaakt, daar kunnen we niet omheen.”
In Nederland is transformatie volgens Luijten de afgelopen tien jaar uitgegroeid tot een volwassen discipline. Kernwoord hierbij is voor Luijten co-creatie: “Ieders kennis en kunde moet worden ingebracht. Co-creatie gaat over samenwerking.” Volgens Luijten krijgen door het transformatieproces bouwers en andere partijen een andere rol binnen het bouwproces: “Denk daarbij bijvoorbeeld aan een bouwer, die van het begin af aan meedenkt met zijn opdrachtgever. Binnen de bouwketen verschuiven rollen en dat vraagt om andere competenties van partijen. Het vraagt ook om een andere houding. Het gaat om denken vanuit het gezamenlijke belang, in plaats van het eigen bedrijfsbelang alleen.”
NRP verwacht dat steeds vaker bouwers en andere partijen eerder en op een andere manier bij bouwprojecten worden betrokken: “Dit omdat we met z’n allen in een netwerksamenleving zitten. Alles gaat via netwerken. Verbinden is gewoon een heel belangrijke waarde op dit moment. Je ziet ook dat als je dingen met elkaar verbindt, er ook weer nieuwe dingen ontstaan. Dus dat is een voorwaarde voor creativiteit, eigenlijk voor innovatie”, aldus Luijten.
NRP speelt volgens Luijten als kennisplatform in op het gegeven van de moderne netwerksamenleving. Luijten: “We betrekken eigenlijk iedereen uit de hele keten die je ook nodig hebt voor deze renovatieopgave. Je moet er elkaar echt voor opzoeken, je hebt behalve bouwers er ook financiers bij nodig, opdrachtgevers, architecten, installateurs. Dus iedereen is eigenlijk nodig om met elkaar kennis verder te brengen. Dat bij elkaar brengen is de missie van ons platform.” Het NRP doet dat met activiteiten zoals bijeenkomsten en studiereizen. Hierbij kijkt het NRP volgens Luijten naar actuele thema’s: “Dat is nu natuurlijk circulariteit en dat thema benaderen we vanuit de praktijk. We kijken vooral naar wat bouwers en andere partners doen. Zo houden we sessies waarbij deelnemers een case inbrengen. Daarmee gaan we dan met verschillende partijen, zoals bouwers en ontwerpers creatief nadenken over oplossingen.”
Ondanks dat er volgens NRP meer geld moet komen voor herbestemming, is Luijten optimistisch: “Er is bij bouwers en opdrachtgevers veel kennis en creativiteit. Laten we deze dan vooral inzetten bij de huidige opgave. De Gulden Feniks helpt hierbij.” Deze prijs van NRP bekroont renovatie en transformatieprojecten en is opvolger van de Nationale Renovatieprijs. “Het is een prijs voor het hele team. Het is geen architectuurprijs, maar een prijs voor de samenwerking. Ontwerper, bouwer en opdrachtgever staan samen op het podium. De Gulden Feniks laat zien wat er allemaal kan, als je bereid bent om wat verder te denken dan je misschien gewend bent. Daarom kijkt onze jury ook uit naar de inzendingen van bouwers. Hun praktische blik helpt herbestemmingsprojecten vaak verder”, aldus Luijten.