Terug naar overzicht

Acht vragen aan: Prof. ir. Wessel de Jonge, algemeen bestuurslid NRP

22 september 2020
Acht vragen aan: Prof. ir. Wessel de Jonge, algemeen bestuurslid NRP

Sinds 1 juli is het bestuur van NRP versterkt met algemeen bestuurslid Prof. ir. Wessel de Jonge. Hij trad zowel toe vanuit zijn functie als directeur van NRP partner WDJArchitecten in Rotterdam als vanuit zijn aanstelling als hoogleraar Heritage & Design aan de Faculteit Bouwkunde van de TU Delft. Hij volgde daarmee Hans de Jonge (voormalig CEO Brink Groep en emeritus hoogleraar TU Delft) op. Wessel de Jonge is gespecialiseerd in herbestemming en restauratie van gebouwen en heeft een bijzondere expertise op het gebied van 20e eeuws erfgoed. Aan de hand van acht vragen stellen we Wessel nader aan je voor.

Waar komt je voorliefde en fascinatie voor transformatie vandaan?

Dat komt voort uit een diep besef over de noodzaak van circulariteit voordat het woord bestond. Zo’n dertig jaar geleden ontstonden bij mij de kriebels. Na mijn studie, en vijftien jaar geleden zag je dat weer gebeuren, werd er namelijk gebouwd zonder duidelijke vraag. Bouwen voor de markt, dat is wat er gebeurde. Met als gevolg dat er gebouwen leeg bleven staan. Die leegstand, dat heeft een enorme economische en culturele impact.

Als student heb ik mij verdiept in ‘jonge monumenten’, uit de jaren ’20 en ’30. Echte architectuurobjecten. Gebouwen die mooi en belangrijk zijn, maar die wel de vraag ‘wat gaan we hier straks mee doen?’ opriepen. Zowel bouweconomisch als cultureel. Toen is in het denken iets ontstaan; dat het werk van een architect meer is dan een boek met mooie plaatjes. Dat het ook gaat om functionele en economische duurzaamheid. En andersom ook; dat monumenten een economisch leven nodig hebben.

Als specialist in herbestemming en transformatie van de bestaande gebouwde omgeving heb je met WDJArchitecten in ruim twintig jaar een bijzonder portfolio opgebouwd. Kun je een aantal voorbeelden noemen?

Het Sanatorium Hilversum vormt een rode draad in mijn carrière. Het Sanatorium is in 1925 door architect Jan Duiker ontworpen en is een van de hoogtepunten van de architectuur van de twintigste eeuw. Een icoon voor het nieuwe Bouwen. Het complex werd geopend in 1928 als hersteloord voor diamantslijpers met tuberculose. Begin jaren zestig verviel het complex tot een ruïne. We startten in 1982 met vooronderzoek, maar de restauratie was pas in 2010 voltooid; ik heb dus zo’n dertig jaar aan deze complexe restauratie gewerkt. De strijd om erkenning van Zonnestraal als monument en deze complexe restauratie vormen ook een cruciaal dossier voor de omgang met jonge monumenten in het algemeen; het was een testcase voor alle betrokkenen.

Een ander bekend project is de Van Nelle fabriek. Bij dit project was ik coördinerend architect van de herbestemming. Alle onderdelen heb ik gecoördineerd tot een geheel en afgestemd met de instanties. Dit pioniersproject heeft ons geleerd hoe essentieel samenwerken is. Anders was het ook niet gelukt om het in 2014 op de Werelderfgoedlijst van UNESCO te krijgen.

Een meer recent project is de herbestemming van de Noordsingel gevangenis in Rotterdam. Het complex wordt getransformeerd van gevangenis tot ‘Tuin van Noord’, met een mix van wonen, werken en ontspannen in een wijkpark. De gebouwen die behouden blijven, zorgen ervoor dat de herinnering aan de gevangenis deel van het collectief geheugen blijft. Het terrein wordt omgevormd tot een omsloten wijkpark. De cellenblokken zijn getransformeerd naar woningen.

Een project dat het gebouwniveau te boven gaat, is Forum Rotterdam, een Stadsblok bestaande uit vijf gebouwen waarvan we er twee restaureren, één reconstrueren en één transformeren, plus een deel bijna helemaal nieuw bouwen. Het wordt een gemengd programma met retail als ‘de kurk’. Forum Rotterdam ligt in het Lijnbaangebied en de plint is inmiddels aan de praat gebracht met winkels en horeca. Boven is een programma van wonen, kantoren, horeca en een sportclub, De essentie van het project is om van deze slecht gebruikte plek weer een levendig stuk stad te maken. In het gebied lagen moeizame stukken in het voetgangersgebied, donkere plekken en vunzige snacktentjes. Deze plekken hebben we aangepakt waardoor het openbaar gebied ruimer en lichter is geworden, met betere zichtlijnen. Dan zie je meteen dat een heel gebied ervan profiteert; de vastgoedprijzen liften mee.

Rotterdam springt er qua retail best positief uit. Je hebt altijd een grote keten nodig als cement, maar met winkels die een echte belevenis bieden, zoals boekhandel Donner, creëer je een onderscheidende waarde ten opzichte van online shoppen. Ons bureau heeft dit project in samenwerking met OMA ontworpen. Dat geeft aan dat het besef dat dit soort complexe herbestemmingen tot de grote opgaven van de toekomst behoren, steeds breder leeft. Meer en meer dringt door dat ons vak niet alleen maar gaat om het bouwen van iconen in maagdelijke veldjes. Het vak is divers en complex en draait vooral om veel samenwerken.

In hoeverre is de rol van de architect in de loop van de tijd veranderd?

Ik vergelijk de rol die de architect vroeger had met die van een dirigent, die boven die partijen staat. Tegenwoordig is de rol van een architect meer die van een bandleider van een jazzkwartet. Iedereen is gelijkwaardig en iedereen is onmisbaar. Toch is er altijd iemand die de toon moet zetten. En die toon zetten, dat doet de architect. Architecten zijn soms ook fakkeldragers. Voor veel projecten moet je een ontzettend lange adem hebben. Wat je vaak ziet, is dat aan het einde van de rit alleen de architect nog over is. Projectleiders, bouwmanagers en gemeentemensen zijn vaak allang gewisseld, andere partijen hebben zich teruggetrokken. De architecten moeten dan voor de spirit van het project blijven opkomen. Forum Rotterdam is daarvan een goed voorbeeld.

Waarom vind je een organisatie als NRP belangrijk?

De grote transitieopgaven zoals de nieuwe woningnood, energietransitie, klimaatadaptatie en een circulaire economie vragen een fundamenteel andere aanpak en werkwijze van de bouw- en vastgoedsector en de overheid. Om deze nieuwe werkwijze te faciliteren, zijn kennisplatforms als NRP en opleidingen als NRP Academie onontbeerlijk. Het interdisciplinair karakter van NRP maakt het heel sterk.

Wat ik knap vind is dat NRP een opleidingscomponent heeft opgezet. Dat is niet eenvoudig. Toch heb ik het idee dat de NRP Academie qua omvang wel meer kan. Wellicht bieden de digitale hulpmiddelen ook kansen om meer mensen mee te laten doen. Of daar kansen liggen en hoe we daar dan vervolgens invulling aan kunnen geven, daar ga ik me de komende tijd verder in verdiepen. Ik sta wat dat betreft nu nog aan de start, de eerste bestuursvergadering is pas net geweest.

Waar ik in ieder geval bewondering voor heb is de stabiliteit en de groei van NRP. Veel netwerkclubs bloeden na een aantal jaar toch weer dood, maar NRP staat er echt. Wat mij betreft moet NRP ook doorgaan op de ingeslagen weg. Om impact te maken de snaren bespelen die nu de muziek maken. Gedeelde belangen zoeken met andere sectoren.

Wat wil je daaraan bijdragen vanuit je rol als bestuurslid van NRP?

Ik vind het zorgwekkend dat er zoveel leegstand van gebouwen is. Dat heeft een enorme impact, zowel cultureel, maatschappelijk als economisch. Het lijkt mij nuttig om meer de impact op de bouweconomische kant te laten zien. Zo haalt leegstand stedelijke gebieden en vastgoedprijzen naar beneden. Waardeverlies van vastgoed raakt ook institutionele beleggers, waaronder pensioenfondsen die met maatschappelijk vermogen werken. Door inzichtelijk te maken wat de economische impact van leegstand is, wordt het een probleem van ons allemaal. Daarnaast gaat het ook om culturele identiteit en circulariteit.

Wat ik verder belangrijk vind, is het betrekken van een nieuwe generatie collega’s en afstudeerders bij de opgave. Dat zij renovatie en transformatie de normaalste zaak van de wereld gaan vinden en NRP zichzelf bij wijze van spreken op den duur overbodig maakt. In Delft kiest 20 tot 25% van de architectuurstudenten al voor het afstuderen bij onze Sectie Heritage & Architecture. Dat is al een enorme groei ten opzicht van een aantal jaren geleden. Nederland loopt ook voorop met een opleiding die zich expliciet op herbestemming en transformatie richt. En er komt ook nog eens een generatie aan voor wie circulariteit al veel meer het uitgangspunt is.

Er zijn natuurlijk ook praktiserende professionals die daar verder in willen. Dan is een opleiding als NRP Academie heel belangrijk. Dat kunnen wij als TU niet aanbieden. Ik ga mij er graag met veel energie voor inzetten om de NRP Academie inhoudelijk nog sterker en relevanter te maken en tegelijkertijd de opleiding meer bekendheid te geven, want ze biedt een meerwaarde die belangrijk is om te promoten.

Welke uitdagingen en kansen zie jij voor de komende jaren in de renovatie en transformatiesector?

De krimp in de retail- en kantorenmarkt tekent zich af. Zo is de toekomst van binnensteden een groot thema. Wat voor effect heeft het op de levendigheid als er minder mensen in de binnenstad komen en er leegstand ontstaat? Wat is een binnenstad van bijvoorbeeld Gouda of Haarlem dan straks nog? Wat goed loopt zijn de belevingswinkel en het ‘supertje op de hoek’, maar alles wat daar tussenin zit heeft het moeilijk. De bibliotheek loopt goed omdat ook de AH in de buurt zit. Er is een dienstenaanbod waar we aan gewend zijn geraakt. Hoe houden we dat soort aanbod in tact als er intussen veel leegstand ontstaat?

Verder is het transformeren van kantoren naar woningen vanzelfsprekend één van de grote kansen. Intussen trekken groepen mensen weg uit Amsterdam vanwege het tekort aan betaalbare woningen. Waarom zou je er ook blijven als je in Zwolle voor twee derde van het geld, minimaal zoveel ruimte ervoor terug krijgt? Helemaal als we digitaal blijven werken en ook in de toekomst maar één keer per week in de Randstad hoeven te zijn. Misschien dat zelfs de krimpgebieden op deze manier weer een herkansing krijgen.

Wat verbaas jij je regelmatig over?

Dat de sector, ondanks de vorige crisis, nog steeds moeilijk loskomt van het standaardpatroon van nieuwbouw. Zelf heb ik er als architect ruim twintig jaar geleden bewust voor gekozen om me juist in de richting van erfgoed, herbestemming en transformatie te ontwikkelen, door ook renovatie te zien als een architectonische opgave. Ik had verwacht en ook gehoopt dat bijvoorbeeld veel meer bouwbedrijven daar ook voor zouden kiezen.

Wie of wat inspireert jou?

Sean Connery. Toen hij als acteur verouderde, heeft hij zichzelf opnieuw uitgevonden. De vroegere James Bond heeft in zichzelf een vintage acteur herkend. Zo moeten we ook naar gebouwen leren kijken!