Terug naar overzicht

NRP Gulden Feniks 2020: een dwarsdoorsnede

11 februari 2021
NRP Gulden Feniks 2020: een dwarsdoorsnede

Door:  Juul van Hout (student Management in the Built Environment aan TU Delft) en Hilde Remøy ( Universitair Hoofddocent Vastgoedmanagement aan TU Delft).

In november 2020 werd de NRP Gulden Feniks voor de tiende keer uitgereikt. In dit artikel nemen we de inzendingen door en analyseren we of er zoiets bestaat als 'typisch 2020 inzendingen'. Het gaat om onderwerpen die terugkwamen in de documentatie van meerdere projecten, die herhaaldelijk genoemd werden door de juryleden tijdens de projectbezoeken en de thema’s en opgaven van de komende periode.

Het nieuwe oud

De NRP Gulden Feniks is een prijs om van te leren. Dat blijkt uit de inzendingen, daarbij ook terugkijkend naar de inzendingen van de afgelopen tien jaar. Een aantal projecten hebben gebouwen aangepakt die als iets minder courant worden gezien. Waar erfgoed en monumentale gebouwen vaak worden gewaardeerd voor hun historische elementen en langdurige geschiedenis, zijn de kantoorpanden uit de jaren 60 nog (steeds) niet zo populair om te renoveren en transformeren bij het grotere publiek. Park Hoog Oostduin is een hint naar de toekomstige opgave van het hergebruik van kantoorpanden uit de jaren 60 (in dit geval 1968). Door de oorspronkelijke indeling van de kantoorgang te behouden, en er innovatief vides aan toe te voegen die zorgen voor ritme en ademruimte, bleef de oorspronkelijke constructie bespaard van grote ingrepen.

Een ander iconisch gebouw dat werd aangepakt zijn de drie Europointtorens aan het Marconiplein in Rotterdam uit 1975, nu liefkozend the Lee Towers genoemd. De gebouwen stonden leeg en werden niet als courant gezien voor verder gebruik als kantoren, mede door veroudering en omvang van het complex. Veel van de gebouwen uit de jaren '60 van de vorige eeuw die dienst hebben gedaan als kantoor, zijn uitermate geschikt als woongebouw door de vrije vloervelden. Twee van de torens aan het Marconiplein werden dan ook getransformeerd tot woongebouw met studio’s en appartementen. Wie ooit in Rotterdam is geweest of er vandaan komt, weet dat de torens als herkenningspunt dienen in de stad en hoewel ze niet per se als mooi worden beschouwd, zijn ze wel van waarde voor de stad en haar inwoners en werd sloop niet gezien als een optie.

The Lee Towers Rotterdam Gulden Feniks

The Lee Towers, inzending categorie Transformatie NRP Gulden Feniks 2020

Er waren meer gangbare kantoorgebouwen die aangepakt en getransformeerd werden dit jaar. In het Rotterdamse Scheepsvaartkwartier werd een voormalig bruut kantorencomplex in het Van Vollenhovenkwartier getransformeerd in zogenaamde city-lofts, een concept dat in Rotterdam ruim voet aan stuk zet. Het gebouw had een duidelijke structuur en grid van dragende kolommen, wat het ideaal maakte om het te transformeren tot woningen.

Dit soort projecten speelt uiteraard in op de groeiende woningvraag in Nederland, met name in de binnenstedelijke gebieden. Projecten zoals het Van Vollenhovenkwartier maken het mogelijk om op A-locaties, bijvoorbeeld in het centrum Rotterdam, woningbouw in díe schaal mogelijk te maken. Een ander voorbeeld is de Jansbuitensingel in Arnhem. Daar werd het voormalige kantoor van Interpolis getransformeerd tot woningen, dichtbij het centrum van de stad. Door het pand te transformeren werd het mogelijk om functiemenging te realiseren met een grote variatie aan woningtypen.

Redactionele samenwerking

Wat het meest opvalt in de ingezonden projecten, is de samenwerking tussen de verschillende soorten partijen. Meta Knol, voormalig directeur van Museum de Lakenhal in Leiden, vatte het concept van een succesvolle samenwerking voor hergebruik prachtig samen: redactioneel samenwerken.

In een aantal projecten is de samenwerking tussen private partijen en overheidsinstanties cruciaal geweest. Door de krachten van beide kanten van het speelveld te combineren, gaat een weg naar provincies en andere overheidsinstanties open, die weer kunnen zorgen voor meer financiële mogelijkheden. De gemeente kan hierin optreden als projecttrekker, zoals het geval is in de Timmerfabriek Sphinxkwartier in Maastricht, waar de gemeente heeft aangezet tot het hergebruik van een van de beroemde Sphinx gebouwen en het eigenhandig ontwikkelde tot poppodium.

Bij de transformatie van de San Franciscoloodsen in Rotterdam werden tijdens de ontwikkelfase de huidige gebruikers van de loodsen en omgeving betrokken bij het project. Door de Codarts circusopleiding, Circus Rotjeknor en Theater Walhalla gebruik te laten maken van de loodsen ontstond er nieuwe activiteit in dit gebied van Katendrecht. De later te ontwikkelen cultuur-cluster kon daarmee ook proefdraaien.

Vergelijkbare praktijken waren er bij de Timmerfabriek Sphinxkwartier in Maastricht. Minimale aanpassingen en tijdelijk gebruik, een soort luxe vorm van antikraak, maken een gebouw aantrekkelijk voor herbestemming. Voor een periode van ruim 3 jaar mocht de Muziekgieterij gebruik maken van het pand voor een provisorisch poppodium. De muziekorganisatie was blij dat ze een nieuw onderkomen hadden, de gemeente was blij dat de “herrieschoppers” op een geschiktere locatie gehuisvest konden worden. Het gaf het poppodium de kans om uit te breiden en als organisatie te groeien. Door het doorslaand succes raakte de gemeente ervan overtuigd om het poppodium (en later ook de exposities van Bureau Europa) een vaste plek te geven in het gebouw.

Timmerfabriek Sphinxkwartier Maastricht Gulden Feniks

Timmerfabriek Sphinxkwartier Maastricht, inzending categorie Transformatie NRP Gulden Feniks 2020

Uiteindelijk gaat een herbestemmingsopgave niet alleen om de harde facetten: stenen, financiering, procedures, en arbeid, daarmee alleen komt geen enkel project van de grond. Het gaat er juist om dat je een nieuwe betekenis vindt, toegevoegde waarde ontwerpt, nieuwe partnerschappen smeedt en dat je die samenwerking dan op een goede manier vormgeeft. Het is hierbij belangrijk dat organisaties samenwerken over de muren van de ander heen, dat is uiteindelijk wat grote dromen mogelijk maakt.

Creatief financieren

Succesvolle hergebruikopgaves zijn afhankelijk van creativiteit, niet van een goedgevulde zak. Maar om alle plannen daadwerkelijk waar te maken is er een flinke dosis innovatie en creativiteit nodig om ze te financieren. Het is belangrijk dat de potentie van het gebouw niet verloren gaat, maar deze ten volste te benutten.

Nieuwe tijden vragen om nieuw (financieel) denken, namelijk in de lange termijn in plaats van de korte termijn. En dat vraagt nou eenmaal om meer creativiteit. Niet alleen door degenen die het geld op tafel leggen, maar ook de partijen die het uiteindelijk waar moeten maken. Zij het door zelf de handen uit de mouwen te steken. Zoals bijvoorbeeld in Cultuurzaal Lichtenberg waar 10.000 vrijwilligersuren, leden en liefhebbers van de fanfare Eendracht Nieuwenhagerheide, het voor elkaar hebben gekregen om een eigen cultuurzaal te creëren met beperkte financiële middelen. Vele handen maken immers licht (én waardevol) werk.

In Amsterdam pakten ze het anders aan. Daar werden de architecten van Team V Architectuur deels verantwoordelijk voor de fondsenwerving van het RCO House, het permanente onderkomen van het Koninklijke Concertgebouworkest. Om dit voor elkaar te krijgen, zijn er verschillende evenementen georganiseerd in het toen nog lege gebouw. Dat de architect betrokken wordt bij de financiering van het project is uniek, vertelde Do Janne Vermeulen, die als architect betrokken is geweest bij het project. Door het betrekken van orkestleden en medewerkers en de architecten verantwoordelijk te maken voor de communicatie, was het mogelijk om genoeg schenkingen en sponsoring op te halen. Het project kan als voorbeeld dienen voor andere culturele instellingen, die zonder een sluitende financiering toch dergelijke projecten aan kunnen gaan.

Financiële creativiteit vraagt ook om een klein beetje lef. Project Park Hoog Oostduin laat zien dat je met lef en creativiteit in de business case het voor elkaar kunt krijgen om welgestelde stellen van Den Haag Benoordenhout te laten verhuizen naar een oud kantoorpand. De ontwikkelaars kochten het pand ten tijde van crisis. De architecten lieten zien dat met een innovatieve oplossing extra vierkante meters toegevoegd konden worden aan het pand, zonder verlies van het bestaande gebouw en constructie.

Respectvol hergebruik

Ruim één op de vier kerken en gebedshuizen is niet meer operationeel in zijn oorspronkelijke religieuze functie. Belangrijk in deze vraagstukken is niet alleen om een nieuwe functie voor de toekomst te vinden, maar ook om deze zorgvuldig en met respect voor verleden, heden en toekomst uit te zoeken. Het is daarom belangrijk om te zoeken naar een passende functie; zowel bij het gebouw als bij de geschiedenis en gedachtegang. DomusDELA is hier een sprekend voorbeeld van, waar de paters in een zucht en schreeuw om hulp uitweidden naar het gemeentelijk bestuur van Eindhoven om hun erfgoed niet verloren te laten gaan. De sociaal-culturele functie als cultuurhuis is zeer geschikt voor de gebouwen.

DOMUSDELA Eindhoven Gulden Feniks

DomusDela, inzending categorie Transformatie NRP Gulden Feniks 2020

Een respectvolle functie kiezen is soms ook een knipoog naar het verleden. Bij Breda University of Applied Sciences (BUAS) heeft de onderwijsinstelling ervoor gekozen om het voormalig Maria Mater Dei klooster te hergebruiken met een onderwijsfunctie. Passender bij de diensten van de katholieke voorgangers kan haast niet. Vijf individuele gebouwen werden met elkaar verbonden om een educatieve ontmoetingsplek te creëren.

Het historische interieur van een religieus gebouw is belangrijk, want wat doe je daarmee als de vervolg functie geen religieuze rol meer gaat vervullen maar nog wel van cultuurhistorische of architectonische waarde is? Door bijna alle verwijzingen naar de rooms-katholieke oorsprong te verwijderen, werd DomusDELA een huis voor iedereen. Wat moet blijven zoals het is en waar is er ruimte om fysiek aan te passen? De rooms-katholieke elementen zijn wel bewaard om eventueel in de toekomst, mocht die wens daar zijn, alsnog terug te kunnen naar de oorspronkelijke staat. Daarin speelde de Eindhovense erfgoedwaakhond van Abbe Stichting een rol, die delen van het interieur hebben opgeslagen. 

Een kerk die dienst doet als woning, is vooralsnog een minder voorkomende uitwerking. Bij de Christus Koningkerk in Rotterdam zien we dat kerken wel degelijk dienst kunnen doen als woning, zonder gebouw of wooncomfort te verliezen. Wellicht dat dergelijke projecten kunnen inspireren om met het ene probleem - de terugloop van het kerkgebruik - het andere probleem van woningtekort aan te pakken

Vakmanschap

Werken met waardevolle oude(re) gebouwen vraagt om voorzichtig en respectvol omgaan met historische elementen. Vakmanschap is daarbij het sleutelwoord. Hergebruik, renovatie en transformatie wordt pas zichtbaar wanneer originele elementen van het gebouw een rol gaan spelen in de huidige functie.

Bij De Nieuwe Stad in Amersfoort zie je dat vakmanschap ook prima binnen een multifunctionele organisatie kan plaatsvinden. Zie nou de rolverdeling bij Schipper Bosch, die dit project volledig in-house ontwikkelden, ontwierpen en uitvoerden. De belegger en ontwikkelaar kocht de voormalige Prodentfabriek en bijbehorende gebouwen voor een langdurige gebiedsontwikkeling. Door de harde(re) processen binnen het bedrijf te houden en juist samen te werken met de lokale ondernemers en eindgebruikers als ware pioniers van het plan, was het mogelijk om een organische groei van het gebied te bedienen. Dat was natuurlijk voor zowel de planning als financieel gezien handig en maakte het mogelijk om complexe keuzes op te knippen in kleinere stukjes. De eigenaren hebben zich daarmee zelf ontwikkeld als ware vakmannen op het gebied van organische gebiedsontwikkeling.

Maar zeker ook buitenshuis kun je het vakmanschap vinden dat nodig is voor een hoogwaardige renovatie, bewijst de Lakenhal in Leiden. In het Trendboek 2020 van de NRP Academie wordt de vraag naar én het gebrek aan vakmanschap al meerdere malen aangekaart. Onder andere door Fiona ’t Hullenaar, directeur vastgoed & campus van Universiteit Utrecht: “meer interactie en betrokkenheid bij vakmensen", dat hebben we nodig. Er dreigt schaarste op expertise. Vakmensen, mensen die kunnen maken, mensen die begrijpen waarom iets zo gemaakt is en die weten waarom dat bijdraagt aan waarde toevoeging, zijn vitaal voor onze sector”. Er zijn maar een handjevol specialisten dat respectvol en passievol met restauratie en renovatie aan de slag kan. En zie ze dan nog maar eens te vinden. Dat is Museum de Lakenhal in ieder geval wel gelukt, met de grootschalige renovatie van het gehele museum en toevoeging van een geheel in nieuwe stijl gebouwde nieuwbouwvleugel. Daar werkte een grote groep verschillende expertises ieder aan een van de vele onderdelen die het project rijk was. Vertrouwen in elkaars expertise was hierin het sleutelwoord volgens Meta Knol.

museum de lakenhal Google Zoeken

Museum De Lakenhal, winnaar categorie Renovatie NRP Gulden Feniks 2020

Kijkend naar de transformaties van industrieel erfgoed en groot cultuurhistorisch erfgoed dat ingezonden was voor de NRP Gulden Feniks 2020, valt op dat de meeste van deze getransformeerd zijn naar maatschappelijke functies, en veelal naar een mix van functies. Vaak is een bepaalde mate van flexibiliteit opgenomen om groei en krimp van verschillende functies, of het toevoegen van nieuwe functies, mogelijk te maken.

Duurzaamheid was bij de meeste projecten niet gerapporteerd als een specifiek doel of uitdaging, maar maatregelen om duurzaamheid te stimuleren, bijvoorbeeld door energiegebruik te reduceren, zijn vrijwel in alle projecten opgenomen. In de praktijk wordt veel gesproken over het belang van circulariteit voor het verder verlengen van de levensduur van zowel nieuwe als bestaande gebouwen, maar er zaten geen voorbeelden bij de inzendingen waar circulariteit een onderwerp was.

In de crisisjaren (tot 2015) toonden de inzendingen voor de NRP Gulden Feniks veel voorbeelden van creativiteit in de financiering, bijvoorbeeld door crowdfunding en fasering van projecten. Ook maatschappelijke meerwaarde en tijdelijkheid waren belangrijke thema’s, die ook bijdroegen aan de haalbaarheid van veel projecten. Deze thema’s kenmerken in mindere mate de inzendingen van 2020 en tijdelijkheid is in de inzendingen dit jaar niet als instrument ingezet om projecten op gang te krijgen of haalbaar te maken, met uitzondering van de Fenixloodsen en de Timmerfabriek, hier werd tijdelijkheid ingezet als voorloper voor het project, juist in de periode 2010 – 2020.

De omschrijving van de projecten die ingezonden zijn voor de NRP Gulden Feniks 2020 laten zien dat transformatie van erfgoed veel meer ‘mainstream’ is geworden en veel vanzelfsprekender is dan tien jaar geleden. NRP en de NRP Gulden Feniks hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan deze ontwikkeling!

Impact van het coronavirus

Wat dit jaar zo bijzonder maakt voor de NRP Gulden Feniks, is dat de jury de ingezonden projecten meemaakten in een heel andere situatie dan waarvoor zij ontworpen zijn: lege restaurants, kantoren, pleinen, publiekstrekkers, en woningen die zijn omgebouwd tot thuis-kantoren. Er liep zelfs slechts een enkele student door het Atlas gebouw op de campus van TU Eindhoven. Een gebouw moet niet alleen maar eigentijds, vast en waardevol zijn, maar vooral ook toekomstbestendig, flexibel en adaptief. Niemand weet immers wat de toekomst zal gaan brengen. De coronacrisis wakkert mogelijk de creativiteit in alle partijen weer aan. De inzendingen voor de NRP Gulden Feniks 2021 en 2022 zullen het uitwijzen!