Terug naar overzicht

Brokkenmákers zet waardering voor erfgoed in als aanjager van de circulaire economie

08 juli 2021
Brokkenmákers zet waardering voor erfgoed in als aanjager van de circulaire economie

NRP partner Brokkenmákers realiseert concrete circulaire projecten om daarmee de transitie naar een circulair bouweconomie verder te brengen. Op eigen initiatief onderzoeken ze bijvoorbeeld de mogelijkheden om steigernetten te recyclen, ze helpen in nieuwbouwwijk Merwede de ontwikkelaars nog duurzamere keuzes te maken en zijn de bedenkers en aanjagers van het project van ‘Dom tot steengoed’. De Domtoren, icoon van Utrecht, staat in de steigers voor een grootscheepse renovatie en dankzij Brokkenmákers gaat geen stukje steen van de toren gaat verloren. Brokkenmákers zorgt er met verschillende partners voor dat alle ornamenten, blokken en puin van de toren, hoogwaardig worden hergebruikt en niet onder de snelweg verdwijnen en zo fungeert de Domtoren als katalysator voor de circulaire economie. NRP interviewde Mirjam Schmull en Hylke Faber (beiden brokken máker) over de Domtorenrestauratie, circulariteit, erfgoedwaarden en hergebruik van historisch bouwmateriaal. Ze laten zien dat het circulair inzetten van bouwmateriaal niet iets is van deze tijd, maar dat we juist daarmee voortbouwen op een eeuwenoude, circulaire bouwtraditie.

Mirjam: “Van 2018 tot en met 2020 werkte ik bij restauratie-aannemer Nico de Bont BV en Hazenberg aan hun verduurzamingsstrategie. Zij waren toen bezig met de inventarisatie van de restauratie van de Domtoren. Toen kwam al snel naar voren: wat moet er gebeuren met het materiaal dat vrijkomt? Hoewel dat buiten de scope van de opdracht lag, bleef dat bij mij wel in mijn hoofd rondzingen. Ik had sterk het gevoel: ‘hier moeten we echt wat mee’. Het kan toch niet zo zijn dat dit 700 jaar oude materiaal als granulaat onder de snelweg verdwijnt? Want dat is wat er standaard gebeurt met dergelijk materiaal wanneer het afgevoerd wordt. De cultuurhistorische en emotionele waarde van een bouwwerk als de Domtoren is echt te groot om blokken en ornamenten laagwaardig en anoniem als granulaat te gebruiken. In 2020 ontmoette ik Hylke en hij was ook al een tijdje bezig met de circulaire economie en had er wel oren naar om hier wat vaart achter te zetten.”

Hylke: “Ik had op dat moment net mijn loopbaan als academisch uitgever internationale betrekkingen en business developer in medische e-learning aan de wilgen gehangen. Zo’n 2,5 jaar geleden heb ik bedacht dat ik het veel urgenter en belangrijker vind om direct te werken aan een duurzame wereld. Ik had daarvoor veel gevlogen voor wetenschappelijke congressen wereldwijd en daar voelde ik me steeds meer schuldig over. Toen heb ik het roer om gegooid.

Van een bucketlijst naar concrete circulaire projecten

Ik kwam Mirjam tegen die een mooi bucketlijstje van dromen en projecten heeft, en op dat lijstje stond bijvoorbeeld het duurzaam transformeren van bunkers, revitaliseren van landgoederen, maar ook de herwaardering van historisch materiaal van bijvoorbeeld de Domtoren. Omdat ik dus zelf gegrepen ben door de circulaire economie, een voorliefde heb voor geschiedenis en een band met mijn studentenstad Utrecht, dacht ik: tof om samen op te pakken! Ook als vingeroefening om verder samen te gaan werken.”

Mirjam: “En zo is het gekomen dat we uiteindelijk samen met Boudewijn de Bont een voorstel hebben ingediend bij gemeente Utrecht om het materiaal van de Domtoren betekenisvol, hoogwaardig circulair en zichtbaar in te zetten in Utrecht. Dat is uitgegroeid tot het project ‘Van Dom tot steengoed’ een samenwerking met Stichting Utrechts eigenDom en Utrecht Marketing.

Het materiaal wordt ingezet in de publieksideeënwedstrijd ‘Dom idee’, en gebruikt voor circulaire projecten in de openbare ruimte en gebiedsontwikkelingen die wij als Brokkenmákers initiëren. Want wij zien naast economische waarde en een sterk verhaal ook de cultuurhistorische, emotionele en circulaire waarde van het materiaal. We zien zogezegd de meerwaarde door meer waarden. Zo realiseren we zichtbare, circulaire projecten en geven we materiaal en plekken identiteit.

"Een beetje Dom' in het Maximapark

In het Máximapark bijvoorbeeld komt ‘een beetje Dom’ te liggen. Samen met landschapskunstenaar Paul de Kort gaan we de plek waar bomen afkomstig van het Domplein staanaccentueren. Nu is het een plek die zich nauwelijks onderscheidt van andere plekken en de meeste mensen weten niet eens dat het de bomen die daar staan eerder het Domplein sierden. Wat is er nou mooier om met de ornamenten van de Domtoren de bomen te accentueren tot een groene kapel met een directe link naar de Heilig Kruiskapel op het Domplein? En plek om te bezinnen en stil te staan bij onze circulaire toekomst. Daarnaast onderzoeken we in samenwerking met New Horizon de mogelijkheid om bouwmateriaal te maken van secundair historisch materiaal, werken we aan straatmeubilair van blokken Domsteen.”

Hylke: “Een ander mooi project is er een die nog in de beginfase staat. We doen een haalbaarheidsonderzoek voor een rif in de Singel, in opdracht van gemeente Utrecht en in samenwerking met OAK Consultants (bekend van de visdeurbel). Juist om de cultuurhistorie, maar ook om de ecologie te verbinden en te versterken. De vissen en de waterplanten schijnen namelijk heel goed te gedijen bij poreus materiaal zoals het Domsteen. Wat wij hier willen realiseren is onder water en boven water met elkaar verbinden, ecologie bevorderen en het verhaal van het onderwaterleven bij een breder publiek bekend maken.”

Mirjam: “Dit project geeft wel aan hoe wij met materialen om willen gaan. Verschillende sectoren met elkaar verbinden, zorgen dat we er diversiteit in de stad mee realiseren en ook op meerdere vlakken betekenisvol kunnen zijn. De toetsvraag is daarbij altijd: dragen de producten bij aan de circulaire economie, door directe impact of door grote zichtbaarheid? En het liefst beide.

De bouwtraditie als gids

We zien dit project echt als katalysator voor een circulaire bouweconomie. Erfgoed en de bouwtraditie kan echt een gids zijn voor onze toekomstige bouweconomie. Vroeger deden we niet anders dan materiaal hergebruiken, en nu moeten we ons systeem heruitvinden, om iets wat we al eeuwen deden weer mogelijk te maken. Dat we dit verloren zijn geraakt, heeft onder andere te maken met de invoering van de inkomstenbelasting, industrialisatie en massaproductie, toenemende mobiliteit en overvloed aan energie. Door de industriële revolutie werd de noodzaak om eerder waardevol materiaal te koesteren steeds kleiner en de drang naar nieuw groter. Nu is er dus weer een andere of eigenlijk oude manier van denken en systeemverandering nodig. Daarin kunnen we dus veel leren van het verleden en is het goed om te kijken welke elementen we mee kunnen nemen naar de toekomst. Dan kom je uit op losmaakbaarheid, onderhoud en hergebruik van materiaal en aandacht voor vakmanschap. Die verbinding met de historie is belangrijk en hard nodig om te weten welke keuzes je voor de toekomst moet maken.”

Op de vraag wat er nog meer op het wensenlijstje staat, antwoordt Hylke: “Hoewel het project natuurlijk nog in volle gang is, zijn we intussen ook wel verder aan het dromen. Naast de impactvolle projecten die we ambiëren, denken we ook na over de mogelijkheden bij de renovatie van de Tweede Kamergebouwen, de restauratie van de kades in Amsterdam en werven in Utrecht. En misschien vanonze Dom naar Notre-Dame. Waarom niet?”