Dit is het derde jaar op rij dat we in Nederland te maken hebben met uitzonderlijke droogte. De stevige regenbuien van de afgelopen week ten spijt neemt de droogte steeds hardnekkiger vormen aan. Niet alleen door het neerslagtekort, maar ook door de uitputting van de diepe grondwaterreserves worden natuur en landbouw met de nodige problemen geconfronteerd.
Met name op de hoger gelegen zandgronden zuchten boeren onder het watertekort. Zij zien hun oogst in gevaar komen. Datzelfde geldt voor de natuur, die uit alle macht naar vocht hapt. Zo hebben weidevogels en hun kuikens moeite om aan voedsel te komen vanwege de uitgedroogde grond. In de lager gelegen delen van ons land doen zich weer andere problemen voor. Door inklinking van veen en klei verzakken daar steeds meer huizen en vindt scheurvorming van dijken plaats.
Kwamen we in het recente verleden altijd in actie bij een teveel aan water, nu moeten we ook anticiperen op groeiende tekorten. Het is inmiddels wel duidelijk dat de droogte vraagt om herstel van de natuurlijke waterbalans door slimmere inrichting van het landgebruik. De meeste waterschappen lijken doordrongen van deze nieuwe taak, maar zoeken - samen met natuurbeheerders en boerenorganisaties - nog naar de juiste aanpak. Niet zo vreemd als je bedenkt dat alle institutionele routines in ons watersysteem zijn ingericht op het zo snel mogelijk afvoeren van water en het bestrijden van wateroverlast via peilverlaging, dijkverhoging, rivierverruiming en zandsuppletie.
Of het watertekort zich laat bestrijden met dezelfde voortvarende dadendrang als het teveel aan water, is echter maar zeer de vraag. Kiezen we voor hightech ingenieursoplossingen of low tech systeemaanpassingen? Bij de beantwoording van deze vraag biedt de droogte zelf misschien uitkomst. Want naast problemen trakteert ze ons namelijk ook op indrukwekkende beelden: ineens worden oude patronen weer zichtbaar in het landschap. Bekend zijn de dronebeelden van aardappelteler Twan van der Heijden uit het Brabantse Soerendonk. In de droge zomer van 2018 ontdekte hij dat de meeste van zijn maïsvelden er verdord bij lagen, maar zag hij langs enkele lijnen in het landschap nog frisse, groene planten staan. Met historische kaarten in de hand, werd duidelijk dat die lijnen correspondeerden met akkerranden en sloten die door de ruilverkaveling verloren waren gegaan.
Moderne technieken en oude kaarten geven inzicht in de geschiedenis van de waterhuishouding. Dat inzicht kan helpen het waterbergend vermogen van het landschap te herstellen. Cultuurhistorische kennis is essentieel om de logica van oude watersystemen te ontrafelen en zo knelpunten én kansen voor de toekomst scherp in beeld te krijgen. De droogteproblemen van vandaag kun je beter begrijpen als je inzicht hebt in de historische inrichting en watersystemen van een gebied. Van oudsher spelen bodem en water namelijk een grote rol in de inrichting van ons landschap. Deze oude systemen - die in de afgelopen decennia door ruilverkaveling en/of landinrichting ingrijpend zijn aangepast en soms uitgewist - hebben nog steeds betekenis en bieden aanknopingspunten voor eigentijdse maatregelen.
De historisch gegroeide water- en landschapsstructuren, die we ooit zagen als hinderlijke obstakels op weg naar een modern productielandschap, zijn in het nieuwe klimaat ankerpunten voor een eigentijds waterbeleid. Denk bijvoorbeeld aan beken, vloeivelden, watermolens en stuwen, waarmee we vroeger het watersysteem aanpasten om te zorgen voor voldoende water in tijden van droogte. Historische oplossingen zoals deze werken nu nog steeds. We kunnen ze - in enigszins aangepaste vorm - opnieuw inzetten om water te bergen en de waterkwaliteit en biodiversiteit te verbeteren. Zo kan gebiedsgerichte erfgoedzorg de basis vormen voor de noodzakelijke hydrologische en ecologische maatregelen om de droogte te bestrijden.
Anders gezegd: het landschap van toen heeft toekomst. De oude sporen, die door de droogte aan de oppervlakte komen, wijzen ons daarbij de weg (terug).