Terug naar overzicht

Column Ninke Happel: Onverloren tijd

“Behoud kan door vernieuwing.” Met die woorden besloot ik een rondleiding die ik op Open Monumentendag gaf door de Algemene Rekenkamer. Na afloop kwam een van de rondgeleiden naar me toe. “Dank, het was fascinerend,” zei hij.  “Trouwens, ken je het boek ‘De Tijgerkat’ van Giuseppe Tomasi Lampedusa? Een geweldig boek, het verwoordt precies jullie ontwerphouding.” Hij sloeg me op mijn schouder en liep toen weg. Onderweg naar huis bestelde ik, nieuwsgierig door de grote claim, het boek, geschreven in 1958. 

Eenmaal thuis vroeg een van mijn dochters me of ik nog wist wanneer ik internet voor het eerst gebruikte. “Dat weet ik nog goed,” zei ik en begon te vertellen: “Ergens in 1995 stond ik samen met 24 klasgenoten op de overloop van mijn middelbare school achter één computerbeeldbuis. We moesten zeker 10 minuten wachten terwijl het modem non-stop ratelde. Prrrrrtttttt Traaaattttttt pppprrrrtttt trattrat tittttt titttt titttt prrrrrttttt. En toen… opeens…verscheen er een website, waar we maar met moeite onze weg op konden vinden. Pffff. Boeien! Dat hele internet maakte geen enkele indruk op me,” vertelde ik mijn dochter. “Waarom heb je het dan toch onthouden?” vroeg ze?  Ik antwoordde: “Dat komt door iets anders. Het was namelijk mijn geschiedenisdocent die ons achter die futuristische zoekmachine had verzameld. Met zijn onverhulde enthousiasme liet hij geen spaan heel van onze desinteresse. Internet zou groot worden en wij moesten ons snel leren verhouden tot dit nieuwe onderdeel van de rest van ons leven.” 

Tekst gaat verder onder de afbeelding 

Boekentoren Gent © Karin Borghouts 2015

Een paar dagen na het gesprek met mijn dochter lees ik in De Tijgerkat: “Als we willen dat alles blijft zoals het is, moet alles anders worden”. Het zijn de beroemde woorden waarmee het personage Tancredi in 1860 een poging doet om zijn oom enige verantwoording te geven over zijn keuze om juist aan te sluiten bij de nieuwe politieke wind die waait. Zijn oom is Prins Fabrizio Salina die gelaten toeziet hoe de Italiaanse eenwording het oude adellijke bestel uitholt, maar tegelijkertijd de veerkracht van zijn neef bewondert, die wél de verbinding met het nieuwe aangaat.

Terwijl ik het boek lees, bedenk ik me dat dat precies is wat mijn geschiedenisdocent ons leerde. Hij behandelde de geschiedenisstof namelijk met een groot hart voor de actualiteit en opende onze ogen voor verbanden tussen toen en nu. Zo verzon hij een keer ter plekke een opdracht om een opstel te schrijven over de tekenen van het fascisme en nationalisme in de jaren ’30 in de regio Den Bosch en wat we daar vandaag van konden leren. Het was de tijd van politicus Janmaat. De specificiteit van de opgave maakte dat we het archief in moesten. En dat was precies zijn doel. Een week lang togen wij na school naar het Stadsarchief ’s-Hertogenbosch, waar de geschiedenis met allerlei oude krantenberichten, boekjes en pamfletten werd ontsloten. Er ging een wereld voor mij open. 

Inmiddels is het een werkwijze: voor alle renovaties, restauraties en transformaties zoeken wij naar verloren tijd.

Jaren later, toen ik inmiddels architect was, begreep ik die wereld beter. Tijdens de transformatie van de Christus Koning Kerk tot Historisch Centrum Limburg stuitten we op een quote van Hella Haasse uit 1980 over de kracht van archieven. Zij zei: “Op zoek naar verloren tijd. Dat is wat mensen zoeken en hopen te vinden in archieven. De verwondering, de fascinatie om geheimen van het verleden te ontdekken.” (vrij naar Marcel Proust’s ‘À la recherche du temps perdu’). Haar woorden brachten mij terug naar die week in het Bossche archief. Daar oefende ik voor het eerst om verloren tijd te vinden.

Inmiddels is het een werkwijze: voor alle renovaties, restauraties en transformaties zoeken wij naar verloren tijd. Om het vervolgens voorwaardescheppend te verbinden met de gebruiksbehoefte en de verduurzamingsopgave van de toekomst. De claim van de rondgeleide is waar. Wij zetten onze ontwerpkracht in óm te veranderen en daarmee maken we behoud aantrekkelijk. Wij upcyclen verloren tijd tot onverloren tijd

Over Ninke Happel

Ninke is architect en mede-oprichter van architectenbureau Happel Cornelisse Verhoeven. Met het bureau werkt ze, naast de huisvestingsopgave, aan renovaties, restauraties en herbestemmingen van publieke gebouwen en interieurs in Nederland en België. Ninke is jurylid van de Gulden Feniks en nu ook vaste columnist bij NRP. Iedere twee maanden schrijft ze over wat haar bezighoudt in de (bouw)wereld.

Het beeld bij deze column wordt op verzoek van Ninke verzorgd door fotograaf Karin Borghouts. Karin heeft een uitzonderlijk oog voor dagelijkse taferelen. Met haar fotografie bevraagt zij de gebouwde omgeving.

Foto: Sylvana Lansu