Terug naar overzicht

Column Vincent van Rossem: Afscheid

14 februari 2023
Column Vincent van Rossem: Afscheid

Op 24 februari word ik 73, dus statistisch komt het einde in zicht. Helaas viert ook Poetin dan de eerste verjaardag van zijn oorlog. Aan alles komt een eind, hopelijk ook aan die oorlog, maar vooralsnog komt er eerst een eind aan deze column. Dat vind ik natuurlijk jammer, maar anderzijds is het wel begrijpelijk dat NRP na bijna acht jaar iets anders wil.

Is er veel veranderd in die acht jaar? Ik dacht eigenlijk van niet. Ook in de zomer van 2015 had renovatie zich al ontwikkeld tot een geavanceerd specialisme in het vak. De wortels liggen inmiddels alweer in een ver verleden, in de stadsvernieuwing van de vorige eeuw. Nadat er al heel veel gesloopt was in de grote negentiende-eeuwse volkswijken kwam er verzet en bleek het ook mogelijk om die versleten massawoningbouw te renoveren. Eigenlijk was dat een soort grote onderhoudsbeurt, soms met een nieuwe fundering, alle leidingen werden vervangen, goten werden vernieuwd, er kwam modern sanitair en centrale verwarming. De vreselijke plastic draaikiepramen van toen zijn intussen vrijwel overal weer vervangen, maar bedenk dat er wel dubbel glas in zat, en wie herinnert zich nog de tocht van die oude schuiframen?

Die milieuvriendelijke ontwikkeling in de stadsvernieuwing werd eind jaren negentig de nek omgedraaid door het neoliberale woonbeleid. De bescheiden naoorlogse volkswoningbouw moest vervangen worden door ruimere middenstandswoningen en daarbij was sloopnieuwbouw onvermijdelijk. Deze keuze had fatale gevolgen voor de stedenbouwkundige opzet van de wederopbouwwijken maar dat interesseerde niemand. Ook nu nog begrijpen de woningboeren in Amsterdam niet dat Tuinstad Slotermeer niets meer of minder is dan het hoogtepunt van de Internationale Congressen voor het Nieuwe Bouwen, de CIAM.

Maar het idee van renovatie werd verder doordacht in nieuwe ontwikkelingen in de monumentenzorg. Het Monumenten Selectie Project, MSP, had vele bijzondere gebouwen uit de periode 1850-1940 een monumentenstatus gegeven. Vaak ook bedrijfsgebouwen die voor de traditionele monumentenzorg een geheel nieuwe opgave vormden. Hier ontstond gaandeweg een fusie tussen restaureren en renoveren die ook architectonisch tot opmerkelijke resultaten heeft geleid. Carlo Scarpa had al lang geleden iets dergelijks gedaan, maar het is de vraag of men zich dat nog herinnerde in Delft. Hoe dan ook lukte het vaak om gebouwen te maken waarin oud en nieuw harmonieus maar toch niet al te braaf samengaan. Die architectuur was ook een maatschappelijk succes, het ging doorgaans om een culturele functie met een hippe omgeving om wat te drinken en te eten. Klaarblijkelijk kon het grote publiek die confrontatie tussen oud en nieuw goed waarderen.

Of het goed gaat met de bouwwereld in het algemeen waag ik te betwijfelen. Nog veel te vaak lees ik in het vakblad over iconen. Wat zijn dat toch voor dingen? En dan altijd weer die krachtpatserij in de architectuur, dat domme Sluishuis in Amsterdam, het Forum of hoe het ook heet in Groningen. Waren de naoorlogse schoolgebouwen, bedoeld om kinderen blij te maken, niet veel interessanter? Nee, het spijt me, maar wat architecten maken vind ik gewoon inhumaan en misdadig, zij dienen het kwaad. De burgemeester van Amsterdam piept en jammert, maar onder haar leiding wordt een stad gebouwd die het roversnest Dubai naar de kroon wil steken.