Het Rijksvastgoedbedrijf is wederom in opspraak geraakt. De Rijksbouwmeester maakte als Zomergast bij de VPRO de indruk van een bedachtzame en goedwillende goeroe. De recensenten waren vol lof over zijn optreden. Alleen de columnist Max Pam maakte er in de Volkskrant gehakt van. Van Alkemade deed de ophef over de renovatie van het Binnenhof af als de vermoorde onschuld. Allemaal onbegrip en misverstanden, mensen kunnen geen tekeningen lezen. Toch is het naar mijn mening de taak van de Rijksbouwmeester om dergelijke narigheid te voorkomen, bouwplannen van de overheid moeten niet in opspraak raken.
Die renovatie brengt ook met zich mee dat Algemene Zaken, het Ministerie van de Minister-President dat is gehuisvest in het Binnenhof, uitgeplaatst moet worden. Daarvoor is een plan gemaakt dat bepaald niet getuigt van veel diplomatiek inzicht. Misschien speelt hierbij ook de lange arm van Mark Rutte zelf een rol, zoals bekend gaat hij bestuurlijk wel vaker met een stoomwals op pad. Elegant is het in elk geval niet, want nu zit de Haagse Gemeenteraad met de gebakken peren.
De Minister-President gaat zelf in het Catshuis werken en daarom moet op een steenworp afstand van dit monument in een beschermd park een ‘tijdelijk’ kantoorgebouw verrijzen voor zijn ambtenaren, 200 stuks. Daar hoort natuurlijk een parkeerterrein bij, er worden bomen gekapt en een monumentale ‘omheining’, ik veronderstel een muur, wordt gesloopt. De Rijksdienst voor het Cultureel erfgoed, de lafste organisatie van Nederland, heeft geen bezwaar. Maar tal van mensen en politieke partijen in Den Haag hebben wel bezwaar. Het Haagse College is natuurlijk sinds jaar en dag de loopjongen van de regering en wil graag een vergunning verlenen. De verantwoordelijke Wethouder beweerde dat de Gemeenteraad niet bevoegd is om die vergunning te weigeren, omdat de grond niet in eigendom is van de gemeente. Dat lijkt mij bestuurlijke kletskoek.
Onder druk van een moedige Gemeenteraad is het besluit nu uitgesteld tot het najaar. Daarna komen er nog slepende procedures, hebben de bezwaarmakers al aangekondigd. En dat alles terwijl aan de overkant van de straat voldoende kantoorruimte beschikbaar is, met een parkeergarage. Het Rijksvastgoedbedrijf schermt met het argument veiligheid, maar wij hebben toch allemaal op tv gezien hoe Rutte telkens onbekommerd op de fiets bij het Catshuis arriveert? Zoiets heet in goed Nederlands een kutsmoes. En wat is tijdelijk? Vijf jaar wordt tien jaar en de tijdelijke nooddorpen in Amsterdam Noord staan inmiddels op de monumentenlijst.
Wat bezielt het Rijksvastgoedbedrijf? De reputatieschade voor de scheidende Rijksbouwmeester is nu al onherstelbaar. Ook als de vergunning uiteindelijk na een rechterlijke uitspraak verleend moet worden, heeft de overheid geen mooie beurt gemaakt. Ontelbare burgers die bij de welstand geen vergunning hebben gekregen voor een dakkapel steken hun middelvinger op. Mark Rutte wordt niet moe om te zeggen dat Nederland een ‘gaaf land’ is, maar hij zou er goed aan doen om wat meer politieke controle uit te oefenen op onze nationale projectontwikkelaar. Juist het Rijksvastgoedbedrijf zou moeten streven naar een vlekkeloze reputatie in de toch al zo onfrisse bouwwereld.