In 1962 schreef Aldo van Eyck voor het roemruchte tijdschrift Forum een venijnig artikel over de ‘verkapte opdrachtgever’. Daarmee doelde hij op de overheid en in het bijzonder de bureaucratie van de volkshuisvesting, die naar zijn mening niet in staat was om een goed programma van eisen te formuleren, ‘tot onheil van de miljoenen die de absurde resultaten voorgeschoteld krijgen om er op voorgeschotelde wijze in te leven’. Al vier jaar eerder, bij de zeventigste verjaardag van Gerrit Rietveld, had hij uitgehaald naar ‘architectenfabrieken’, waar onder het toeziend oog van ‘immer vergaderende beunhazen’ een ‘onnozele vormmaskerade’ werd geproduceerd.
De architectuur van de massawoningbouw is bijna per definitie anoniem, daar is niet veel aan te doen. Maar het lijkt alsof de overheid steeds vaker problemen heeft met het formuleren van een goed programma van eisen. Het stadhuis in Deventer werd een ware veldslag tussen het gemeentebestuur en de inwoners van de stad. Toch is het daar tenslotte gelukt om met vallen en opstaan tot een soort inspraakmodel te komen dat heeft geresulteerd in een goed ontwerp. Die affaire moet voor het betrokken architectenbureau, Neutelings Riedijk, een ware beproeving zijn geweest. Wat is er misgegaan in Deventer? Wie was eigenlijk de opdrachtgever? Formeel had de gemeenteraad die rol, maar dat is natuurlijk een wonderlijke opdrachtgever.
De planvorming voor de renovatie van Museum Boijmans van Beuningen in Rotterdam loopt duidelijk ook niet op rolletjes. De financiering is vaag en het lijkt er sterk op dat een duidelijk programma van eisen ontbreekt. Is het overdreven om te spreken van een rommeltje, zo niet chaos? Hoe gaat zoiets? Heeft de directie van het museum tegen het bureau Mecanoo gezegd: doe maar wat? Ik veronderstel toch dat voor elke tekening van het bureau betaald moet worden. En zou de directie van het Stedelijk Museum in Amsterdam destijds soms ook een dergelijke opdracht aan Benthem Crouwel hebben gegeven? De vraag dringt zich op wie er eigenlijk verantwoordelijk is voor dat gebouw. Ook bij de renovatie van het Binnenhof, het hart van onze democratie, is het misgegaan. Het programma van eisen sprak duidelijke taal, maar vervolgens bleek dat er geen opdrachtgever was voor die ambitieuze aanpak. Reeds ingehuurde architecten moesten smadelijk de aftocht blazen. De overheid faalde volledig als opdrachtgever.
Nu dient zich weer een nieuwe kwestie aan: de renovatie van het Amsterdam Museum. De Commissie voor Welstand en Monumenten heeft al twee ontwerpen van Neutelings Riedijk van tafel geveegd. Het gaat daarbij niet om details, men vindt de plannen veel te radicaal. Het is gewoon nieuwbouw. Het architectenbureau moet daarbij de kooltjes uit het vuur halen, want de opdrachtgever is een anonieme ambtenaar. Een lul de behanger, als ik het zo mag uitdrukken, die schijt heeft, neemt u mij niet kwalijk, aan de geschiedenis van het gebouw. Het is in feite een historiserende reconstructie van het oude burgerweeshuis, een klassiek voorbeeld van traditionele monumentenzorg, vijftig jaar oud. Dat mag dus allemaal vernield worden, want het is niet ‘authentiek’. En zoals gebruikelijk bij de overheid is niemand echt verantwoordelijk voor deze rampzalige renovatieplannen.