Door mijn televisiewerk ben ik min of meer vaste klant bij de familie Van der Valk. De Van Rossems bezoeken zes keer per jaar een stad in Nederland en verblijven dan graag in een vertrouwde omgeving. Wij hebben minder goede ervaringen met avontuurlijke hotelkeuzes. Maar bij Van der Valk staat de tijd niet stil. Sterker nog, dit jaar is een nieuw hotel van de keten door de BNA uitgeroepen tot beste gebouw van het jaar.Het ontwerp van Wiel Arets stak duidelijk met kop en schouders uit boven de andere nominaties. Hij behoort toch tot het selecte gezelschap van echte architecten in Nederland, ontwerpers die zich onderscheiden met een finesse die op een wonderlijke manier altijd weer herinnert aan de betoverende schoonheid van een Ionisch kapiteel. Zelfs een banaal gegeven, hotelkamers, parkeerplaatsen en een restaurant, wordt dan ineens bouwkunst. Op een steenworp afstand staat een ander Van der Valkhotel, Amsterdam Amstel, ook hoogbouw, zoek de verschillen.
De publieksprijs werd gewonnen door het NS Station in Assen. Vermoedelijk door een zeer krachtige lokale lobby, het is best een lief gebouwtje, maar het heeft op mij geen diepe indruk gemaakt. De Van Rossems zijn natuurlijk in Assen geweest, een fijne provinciestad. Ook het Van der Valkhotel in Assen beviel mij goed, geen grootse architectuur, maar wel een prettig gebouw. Het is namelijk geen hoogbouw. Ik begrijp wel dat hoogbouw op de Amsterdamse Zuidas onvermijdelijk is, maar waarom hoogbouw in Nijmegen? Of ergens in Noord Holland, in de buurt van Zaandam.
Hoogbouw is ontstaan als noodoplossing voor locaties met extreme grondprijzen, Manhattan, het centrum van Chicago. Het heeft veel moeite gekost om met name de brandveiligheid van die gebouwen een beetje op orde te krijgen en de plattegronden blijven onaangenaam, de verkeersruimte is minimaal en star, de lift is onvermijdelijk, ramen kunnen niet open. Normale mensen zijn na vijf minuten uitgekeken op uitzicht. Nee, daarbij vergeleken lijkt het Van der Valk in Assen een soort Engels landhuis, een feest. De exploitatie van een hotel vormt ongetwijfeld een ingewikkeld probleem, maar in de woningbouw is het in ieder geval zo dat hoogbouw duur is.
Hoogbouw heeft zowel opdrachtgevers als architecten altijd gefascineerd. Maar was het in 1913 met Woolworth Building eigenlijk niet al klaar? Ergens, zou je toch denken, wordt het dwaasheid. De Nederlandse woonconsument geeft bij elke enquête aan dat de eengezinswoning met een puntdak het ideaal is. Veel architecten en stedenbouwers beschouwen het laagbouw milieu als minderwaardig. Dat is een buitengewoon onprofessionele vorm van snobisme. Het succes van de Vinex wijken heeft nog eens onderstreept dat hoogbouwprofeten de verkeerde stad bouwen.
Van der Valk heeft de afgelopen jaren veel hoogbouw gerealiseerd. Klaarblijkelijk is dat commercieel interessant. Toch vraag ik mij af of die ontwikkeling niet wat eenzijdig is. Zijn de charmes van het hotel in Assen niet onmiskenbaar? Misschien heeft dat te maken met mijn leeftijd. Gelukkig hebben hotelgasten nog altijd vrije keuze, dat kan van de woningmarkt niet gezegd worden. Hoe dan ook heeft Wiel Arets een mooi gebouw gemaakt.