Terug naar overzicht

De normale Nederlander

20 december 2017
De normale Nederlander

Ik spreek vrij redelijk Nederlands en mijn familie dient al generaties lang het openbaar bestuur. Maar ik ben geen normale Nederlander. Want mijn inkomen is niet normaal, mijn huis is erg duur geweest en ik woon op Texel, een landelijke gemeente die ongebruikelijk klein is. En er zijn meer afwijkingen. Als gepromoveerde academicus behoor je al tot een kleine minderheid, een verdachte elite, en als professor ben je een exotische diersoort geworden.

Gelukkig wordt er in ons land nogal lacherig gedaan over die vermeende normale Nederlander. Met de statistische informatie die beschikbaar is, kan vrij makkelijk uitgezocht worden hoe de meerderheid leeft, met een gemiddeld inkomen, in een gemiddeld huis, in een gemiddelde gemeente. De gemiddelde auto bleek een heel bescheiden karretje te zijn. Dertig procent van de bevolking heeft helemaal geen auto. Daar keek ik van op, maar misschien zijn jongeren meegeteld. Toch begrijpt iedereen wel dat de maatschappelijke werkelijkheid ingewikkelder is en tegelijkertijd simpeler.

Ik ben wel degelijk een hele normale Nederlander. Niemand heeft mij ooit aangesproken met professor. Studenten begonnen hun email altijd met de aanhef hallo. Ik reis bij voorkeur met het openbaar vervoer. Texel is landelijk maar echt niet zo heel anders dan de rest van Nederland. De post en de dagbladen worden gewoon bezorgd en er is snel internet. Net als de overgrote meerderheid ben ik heteroseksueel en wit.

Daar wringt de schoen natuurlijk, want in het politieke debat gaat het alleen maar om de Nederlanders die zogenaamd niet normaal zijn. Gedurende mijn leven is er veel veranderd. Homoseksuelen zijn nu ook normale Nederlanders en zelfs op het platteland hoef je op zondag niet meer naar de kerk. De niet normale Nederlanders zijn nu immigranten met een ander geloof. De meerderheid van die immigranten hebben we te danken aan het Nederlandse bedrijfsleven, dat destijds niet investeerde in machines maar goedkope gastarbeid importeerde uit Turkije en Marokko. Vluchtelingen vormen een marginale minderheid. Maar in de stemmingmakerij rond de normale Nederlander mag elke vrouw met een hoofddoek verdacht worden gemaakt en is elke Marokkaanse puber een gevaar voor de samenleving.

Misschien is onze nationale lacherigheid het beste wapen tegen deze hysterie. Maar het zou veel beter zijn om die normale Nederlanders serieus te nemen. Zij hebben een autootje, gaan op vakantie en hun besteedbaar inkomen is niet dramatisch slecht. Maar dat is het gemiddelde, er zijn ook Nederlanders met minder dan normaal. Lang geleden, toen ik nog een klein jongetje was, vormde het normale gezin met een minimaal inkomen de maat van alle dingen in de stedenbouw. De eengezinswoning was het ideaal, uitgaande van drie kinderen werd berekend hoeveel scholen er gebouwd moesten worden. De hele woonwijk, inclusief royaal groen, was een rekenmodel waarin het normaal zijn begon op de kleuterschool en eindigde in het bejaardentehuis.

Nu politici het hoogste woord hebben over de normale Nederlander heeft de overheid zich teruggetrokken uit de stedenbouw en de volkshuisvesting. In het onderwijs is schraalhans keukenmeester en bejaarden moeten thuis blijven wonen tot het echt niet meer gaat. De normale Nederlander is in Den Haag een fictie geworden.