Hoe komt het dat functieverlies bij historisch waardevolle boerderijen zo vaak tot sloop leidt? Heeft het soms te maken met de Nederlandse ‘opgeruimd staat netjes-mentaliteit’? Renate Pekaar onderzocht de consequenties van leegstand en komt tot een nieuwe strategie.
‘Zo, nu kun je het zelf zien’, zegt de boer als we zijn oude schuur bekijken. ‘Allemaal oude troep, daar kunnen we toch niks meer mee.’ Maar dat is niet wat ik zie. Ik sta in een imponerende ruimte, met een prachtige historische houtconstructie. Driehonderd jaar geschiedenis is haast voelbaar, maar de boer, wiens familie hier al tijden woont en werkt, lijkt er weinig mee te hebben. Hij wil er van af.
Functieverlies
Het is één van de 2.000 rijksmonumentale boerderijen die nu nog in agrarisch bedrijf zijn. Binnen nu en vijftien jaar zullen daarvan zo’n 700 hun functie verliezen en zullen 24.000 boerenbedrijven ermee stoppen, becijferde Alterra. Dit kan vergaande consequenties hebben, niet alleen voor de objecten zelf, maar ook voor het omringende landschap. De boerderijen en met name de grote schuren (die het grootste risico lopen gesloopt te worden) zijn beeldbepalende elementen in het veelal vlakke land. Denkend aan het traditionele Hollandse platteland, zien we niet alleen ‘breede rivieren traag door oneindig laagland gaan’, maar – als we de blik van Hendrik Marsman verder volgen – ook ‘in de geweldige ruimte verzonken, de boerderijen verspreid door het land’. Welke gevolgen hebben schaalvergroting in de landbouw, leegstand en krimp voor dit ‘grootsch verband’?
Het zijn ontwikkelingen waar ik als eenvoudige erfgoedzorger geen grip op heb. Maar ik kom wel in aanraking met de individuele gevallen van leegstaand agrarisch erfgoed. En dat betreft helaas regelmatig sloopaanvragen voor monumentale boerderijen. Dit gaat dan zowel om boerderijen die hun agrarische functie verliezen als om schuren die voor het tegenwoordige agrarische gebruik niet meer voldoende functioneel zijn, omdat de grote tractor simpelweg niet door de deur past of tussen de spanten kan keren.
Maar hoe komt het dat functieverlies ook bij historisch waardevolle boerderijen zo vaak tot sloop leidt? Als de eigenaar er niets meer om geeft en verder ook niemand zich er om lijkt te bekommeren, worden deze monumenten dan slechts gewaardeerd door experts in plaats van breed gedragen erfgoed dat mensen zich toe-eigenen? Moeten er juist een aantal verdwijnen om -door het gemis- de waardering te doen groeien? Waarom kunnen we niet wat meer geduld opbrengen in afwachting van een nieuwe eigenaar of een nieuwe functie?
Lees het volledige essay op Platform VOER_.nl, online opinieplatform over Erfgoed en Ruimte.
Renate Pekaar (1975) schreef dit essay als afsluiting van de leergang Erfgoedfilosofie die zij volgde bij de ErfgoedAcademie.