Terug naar overzicht

Experts over circulariteit: Bas Martens, advocaat/partner Lexence advocaten & notarissen

09 oktober 2019
Experts over circulariteit: Bas Martens, advocaat/partner Lexence advocaten & notarissen

Over iets meer dan een maand wordt de NRP Masterprijs 2019 uitgereikt. Met deze prijs krijgt aanstormend talent de kans nieuwe ideeën op het gebied van transformatie en renovatie rechtstreeks naar de markt te brengen. In 2018 nam Hedwig van der Linden de scriptieprijs in ontvangst in Villa Jongerius. De oud-student van de TU Delft Architecture and the Built Environment overtuigde de jury met haar scriptie ‘Questioning the reuse of a post-war modern inner city figure’. In haar onderzoek liet zij de potentie zien van de expeditiehoven en -straten in de Rotterdamse binnenstad, nu onderbenutte publieke ruimte. Met de verandering van goedereneconomie naar diensteneconomie bieden de maar liefst 25 voetbalvelden aan ruimte voor expeditie nieuwe kansen voor transformatie.

Bijna een jaar later zijn wij benieuwd hoe het Hedwig sindsdien is vergaan en gingen met haar in gesprek.

Wat is er zoal gebeurd na het winnen van de scriptieprijs?

Meteen na het winnen van de NRP Masterprijs kwam jurylid Ernst van der Leij van Brink Groep naar me toe. Hij zag potentie in het project en wilde daar graag samen over doordenken. Dat hebben we gedaan tijdens een aantal pizzasessies. We hebben massa- en haalbaarheidsstudies gedaan en zijn toen tot de conclusie gekomen ‘dit is realistisch’. Ook Nikki de Boer, die de 3e prijs in de wacht sleepte was bij een aantal sessies. Haar scriptie ging over ‘Connecting walk up apartments in local closed flows’. Het waren twee totaal andere onderzoeken natuurlijk. Zij had meer gewerkt aan een systeemoplossing voor een generieke typologie. Maar juist daardoor konden we van elkaar leren.

Wat ook een leuke spin off was, is dat Erna van Holland, programmamanager van NRP Academie contact met me opnam voor een bijdrage voor het boek ‘Buurten. Samen bouwen’ dat zij schreef in samenwerking met Sander van der Ham en Era Contour. In het kader van deze publicatie heb ik de thematiek van transformatie van expeditiehoven- en straten als case study verder toegelicht.

Wat verder geen gevolg is van de NRP Masterprijs maar wat wel leuk is om te noemen, is dat ik sinds vorig jaar zomer werk aan een publicatie over Rotterdamse expeditiebouwblokken voor BNA Freestyle, een initiatief van de Branchevereniging voor Nederlandse Architectenbureaus ,waarin architecten hun fascinatie laten zien. Ik werk samen met architect Like Bijlsma en de nadruk ligt daarbij op de architectuur en de binnenwereld van het stedelijk bouwblok.

Heb je nog nieuwe inzichten opgedaan ten aanzien van je scriptieonderwerp?

Samen met Brink Groep heb ik gekeken of het expeditiebouwblok Sint-Janshof waarop ik me richtte tijdens mijn afstuderen, de meest logische keuze was om te intensiveren met onder andere de toevoeging van woningen. Na bestudering van maatvoering, locatie en programmering van andere Rotterdamse expeditiebouwblokken bleek die keuze inderdaad het meest waardevol en realistisch.

Zo heeft ieder bouwblok weer andere kansen. Als er ruimte is en het waarde toevoegt voor het gehele bouwblok, dan kun je bijbouwen. Gaat het om meer hoogstedelijke hoven met weinig ruimte, dan kies je bijvoorbeeld eerder voor de transformatie naar een groen pocket park. Je moet dus echt heel specifiek kijken naar die hoven, de ligging en de gebruikers en om te weten wat er nodig is. Altijd met het idee om een goede balans te vinden tussen de Rotterdamse zoektocht naar plekken van rust en plekken van reuring.

De gemeente Rotterdam heeft overigens nog een slag te slaan wat betreft het voeren van visie en beleid op de toekomst van de expeditiehoven. Ik hoop dat de verdere verkenningen zoals de haalbaarheidsstudie en de BNA publicatie daarbij kunnen helpen.

3de Sint-Janshof in de huidige situatie (beeld: Hedwig van der Linden)

Is het idee van transformatie van expeditiehoven alleen geschikt voor het centrum van Rotterdam?

Ik heb me in mijn afstudeerproject puur op het centrum van Rotterdam gericht, maar het zou ook kunnen werken voor naoorlogse uitbreidingswijken zoals Zuidwijk. Daarnaast zou het interessant kunnen zijn voor een wederopbouwbinnenstad als Eindhoven. Maar bijvoorbeeld een New Town als Almere bleek ook geraakt door deze manier van kijken naar hun logistieke ruimtes.

Heb je nog nieuwe ontwikkelingen of nieuwe inzichten opgedaan die je wilt delen?

Door het werken aan de BNA Freestyle publicatie zijn we het expeditiebouwblok meer vanuit de stedenbouwkundige elementen gaan bekijken. De expeditiebouwblokken herbergen een parallelle binnenwereld, een verborgen achterkant omgeven door een andere architectuur en stedelijk leven dan aan de voorkant, de buitenzijde van het bouwblok. In deze publicatie wordt het bouwblok ontleed in verschillende architectonische, stedenbouwkundige en gebruiks-onderdelen om de kenmerken en kwaliteiten te begrijpen.  Wat betekenen de achterkanten nu eigenlijk? Hoe zijn ze ontworpen?

De typische Rotterdamse expeditiebouwblokken zijn opgebouwd uit een combinatie van verschillende elementen, zoals portieken en achterdeuren, etalages en blinde gevels, en poortgebouwen. Het expeditiehof is een ‘restruimte’ die bepaalde kwaliteiten heeft als verborgen, rustige, stedelijke binnenruimte met de architectuur als omringend decor.

De expeditiehoven worden verschillend gewaardeerd; sommige mensen voelen zich niet prettig bij die achterkanten, een soort rafelranden maar dan midden in de binnenstad, die soms wat unheimisch kunnen aan doen. Er zijn ook voorbeelden van binnenzijden van expeditiehoven waar minder over nagedacht is, maar vaak zijn ze wel degelijk ontworpen.  Wat interessant zou kunnen zijn is om tot een waardestelling van die expeditiehoven te komen. Wat zijn nu specifieke karakteristieken van die hoven? Als je die in kaart hebt kun je ze ook waarderen als je ze gaat herontwikkelen.

Neem bijvoorbeeld de Lijnbaan. Dat kent een framework van ritmische stijlen, met verschillende type ramen. Het is ook bedacht als systeem dat je verschillend kunt invullen. Ondanks die verschillen ontstaat een eenheid. Als je er nu bent dan zie je ook ‘sporen van gebruik’; airco’s, vuilnisbakken, stoeltjes en openstaande deuren achter rokende winkelmedewerkers. Dat geeft een bepaalde informele sfeer, die zo bepalend is voor dit type Rotterdamse straatbeeld. Dat maakt het heel boeiend. Wat van dat expeditie-concept functioneert er nu, ruim zestig jaar later, nog steeds en welke kansen liggen er voor herontwikkeling?

Waar werk je nu?

Na mijn afstuderen ben ik bij de TU Delft gaan werken als onderzoeker bij de Praktijkleerstoel Gebiedsontwikkeling. Omdat ik ook als ontwerper aan de slag wilde, ben ik nu tevens werkzaam bij Studio for New Realities. We werken vanuit de overtuiging dat er een bijgestelde manier moet zijn om onze omgeving te organiseren. We werken niet alleen als architect aan de fysieke gebouwen -de hardware - , maar ook aan de software en de orgware (de programmering en het gebruikssysteem). Dat past goed bij me. Hier kan ik me bezig houden met zowel strategisch ontwerp en ontwikkeling als architectuur.

Heb je nog tips voor andere studenten?

Het winnen van de NRP Masterprijs helpt duidelijk om je afstudeerproject en jezelf onder de aandacht te brengen bij professionals. Voor je afstudeerproject is het denk ik  vooral belangrijk dat je iets doet wat je interesse heeft, waarbij het niet zozeer enkel gaat om je ontwerp maar vooral ook over het thema of vraagstuk dat je kiest. Je kunt jezelf de vraag stellen: met welke opgave zou ik over 10 jaar nog bezig willen zijn? En natuurlijk ook: waarom vind ik dit een belangrijk onderwerp? Ik ben nu al een tijdje met het thema bezig en het boeit me nog steeds. Omdat het een meerlagig thema is, kan je het steeds vanuit een ander perspectief bekijken.

Een ontwerp voor een woonhuis is op een gegeven moment – in zekere zin – klaar, maar de herontwikkeling van een bepaald type stadsruimte behelst veel: de tijdsgeest, de bestaande context,  verschillende partijen waar je mee te maken hebt, etc. En stel dat we straks daadwerkelijk aan de slag gaan, dan gaat het weer om de vraag ‘hoe krijgen we dit voor elkaar, wat is de meerwaarde voor gehele bouwblok en de stad?’. Tenslotte was het voor mij erg waardevol en hielp het mij om met een specifieke plek bezig te zijn, waar je naartoe kan gaan, die je kunt analyseren en waar je het met betrokkenen over kan hebben.