‘Circulariteit zou je als een weerbarstig thema kunnen zien maar wij denken liever in termen van kansen en mogelijkheden. Je moet de lol ervan inzien! Circulair ondernemen hebben wij volop omarmd en is een van de drie pijlers in de ondernemingsstrategie, naast het realiseren van een toonaangevende marktpositie en onze human agenda. Uiteraard zijn er dwarsverbanden tussen deze doelstellingen. Ik merk heel sterk dat voor onze werknemers maatschappelijke relevantie steeds belangrijker wordt in het werk. Niet voor niets hebben we ook een aantal Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de VN overgenomen (SDG’s): daar wordt met passie aan gewerkt. Het zorgt voor zingeving en betekenis. Die menselijke kant moeten we zeker niet onderschatten.
Uit onze projecten blijkt dat circulariteit uiteenlopende dimensies heeft binnen ons bedrijf. Zo hebben we bijvoorbeeld de A’DAM Toren in Amsterdam gerealiseerd, een bijzondere herontwikkeling van het oude Shell-gebouw. Daarbij zijn de betonnen geveldelen vergruisd en hergebruikt als grondstof in een van onze andere Amsterdamse projecten: het QO-hotel. Omdat we de materialen over een korte afstand verplaatsten, kwam dat laatste project weer in aanmerking voor het LEED Platinum-label. Mooi om te zien hoe zaken dan in elkaar grijpen. Bij het nieuwe kantoor voor Triodos Bank dat we nu bouwen met architect Thomas Rau was de inzet vooral een remontabel en demontabel gebouw. En daarnaast zijn er allerlei bestaande materialen in verwerkt zoals sloophout en gipsplaten, die werden geoogst uit sloopprojecten. Bij de bouw van woontoren Haut, ook in het Amstelkwartier, hebben we een actieve rol gespeeld in het haalbaar maken van de hybride houten hoogbouwconstructie. Hout als materiaal heeft als belangrijk voordeel dat het CO2 opslaat en niet produceert.
In algemene zin wordt de bouwplaats steeds meer een montageplaats, met de toepassing van vooraf gemaakte elementen – of ze nu nieuw gemaakt zijn of opnieuw worden toegepast. Het modulair bouwen heeft de toekomst. Zo kun je ook onderdelen van een gebouw met een verschillende levensduur scheiden. Daar geven we circulariteit een rol in. We sturen daar als bouwbedrijf zelf actief op maar zijn uiteraard ook afhankelijk van onze opdrachtgevers. We proberen hen de goede richting op te sturen door bij iedere aanbieding die we doen een paragraaf over circulariteit op te nemen. Zie het als een unsollicited proposal om onze klanten op kansen en mogelijkheden te wijzen. Bijvoorbeeld bij een bestaand gebouw: bezie dat als een waardepropositie vanwege alle materialen die erin verwerkt zijn. Die manier van denken maken we mogelijk doordat we partner zijn in Madaster, de materialendatabase waar alle toegepaste materialen van gebouwen in worden vastgelegd. Door daar bovendien BIM aan te koppelen, kunnen we veel meer integrale voorstellen doen.
Verdienen we nu al geld met circulariteit? Dat is nog niet altijd het geval maar we moeten er wel op investeren, net zoals we tijd en energie investeren in het werken met BREEAM, LEED en andere duurzaamheidscertificaten. J.P. van Eesteren heeft op dit gebied een voortrekkersrol, is onze overtuiging. De andere partijen in de keten – onderaannemers, leveranciers – betrekken we daar nadrukkelijk bij. Bijvoorbeeld door bij onze inkoop terug te gaan in de keten en te kijken hoe we daar circulariteit een plek kunnen geven. Maar ook door na te denken over nieuwe vraagstukken die op ons pad komen, zoals: kunnen we delen van gebouwen zelf in eigendom houden en leasen aan de gebruiker? Twee jaar geleden zou ik dat een vreemde vraag gevonden hebben maar inmiddels denken we daar volop over na, ook in relatie tot langjarig beheer en onderhoud van gebouwen. Circulariteit zet zodoende veel in beweging.’