Het is natuurlijk een beetje mal om reclame te maken voor een project waaraan je zelf hebt meegewerkt, maar het gaat om een principiële zaak. Het Algemeen Uitbreidingsplan van Amsterdam dateert uit 1934 en werd door de crisis en de oorlog pas in de jaren vijftig en zestig uitgevoerd. Zo is Amsterdam-West een ensemble geworden van naoorlogse wijken, waarin het revolutionaire stedenbouwkundige gedachtengoed van de avant-garde uit de jaren twintig gestalte heeft gekregen. Na ruim vijftig jaar zijn de woningen in die wijken natuurlijk verouderd en is renovatie onvermijdelijk. De vraag is echter hoe?
De vernieuwing is al rond het jaar 2000 begonnen. De leidende gedachte was toen dat sociale huurwoningen vervangen moesten worden door duurdere (koop)woningen voor de middenklasse. Tegelijkertijd werd het stedenbouwkundig idee met veel ruimte en groen van de naoorlogse wijken ter discussie gesteld. Hippe jonge stedenbouwkundigen hadden de traditionele stadsstraat herontdekt en maakten plannen om Amsterdam-West te transformeren tot een nieuwe Jordaan. Duizenden portieketageflats werden gesloopt, zonder enige echte noodzaak, en de nieuwbouw was altijd bedenkelijk, zowel architectonisch als stedenbouwkundig.
Die ontwikkeling deed sterk denken aan de plannen van de vorige generatie stadsvernieuwers om de Jordaan om te bouwen tot een naoorlogse woonwijk, maar dan omgekeerd. Veel ontwerpers hebben geen enkel historisch besef. Na decennia strijd om het behoud van de historische stad, maken zij telkens weer plannen om oude woonwijken op modieuze wijze te vernieuwen. De grote ambities in Amsterdam-West zijn gestrand in de crisis, maar nu de woningmarkt weer op volle toeren draait, wordt de discussie heropend. En weer is verdichting het toverwoord.
Gelukkig is er nu een boek, met een bescheiden bijdrage mijnerzijds, De nieuwe grachtengordel, waarin de historische betekenis van Amsterdam-West wordt beschreven. Dolle plannen zijn dus van nu af aan doelbewuste vernieling. Ik ben benieuwd of dit boek enige indruk maakt. De strijd om de binnenstad van Amsterdam heeft destijds ook ruim twintig jaar geduurd. Het gemeentebestuur en de stedenbouwkundigen waren vastbesloten om een echte ‘zakenwijk’ te bouwen, met moderne kantoorgebouwen en parkeergarages. Inmiddels lijkt het alsof iedereen vergeten is dat ook stedenbouwkundigen zich heel erg kunnen vergissen. Hun visie op de naoorlogse wijken is nooit goed doordacht en getuigt van een elementair gebrek aan kennis.
Architecten hebben geleerd om op creatieve wijze te renoveren, omdat de markt vroeg om een visie op oude gebouwen. Stedenbouwkundigen zijn gemakzuchtig geworden, want hun opdrachtgever, het openbaar bestuur, gelooft nog steeds in een geheel achterhaalde vorm van stadsvernieuwing: grootschalig, hardhandig en zonder enige ruimte voor de individuele opdrachtgever. Het is nog steeds de communistische massawoningbouw die de toon zet, met als enig alternatief de peperdure zelfbouw kavel. Waarom worden al die afgeschreven portieketage flats in Amsterdam West niet gewoon verkocht als kluswoningen? Zonder kostbare en zinloze ingrepen in een gezond stedenbouwkundig weefsel. Die formule heeft zichzelf al bewezen en verdient navolging.
In de stadsvernieuwing worden telkens weer dezelfde fouten gemaakt, omdat het slopen van woningen veel te makkelijk is voor corporaties. Woningen in particulier eigendom worden nooit gesloopt. Renoveren is altijd interessanter.