Terug naar overzicht

Hoe is het nu met? Hedwig van der Linden, winnares NRP Masterprijs 2018

09 oktober 2019
Hoe is het nu met? Hedwig van der Linden, winnares NRP Masterprijs 2018

Op dit moment is er heel weinig in de wet geregeld over circulariteit. Een nieuw begrip als dit kan op twee manieren nog een juridische vertaling krijgen. Wanneer de overheid circulariteit nastreeft, kan zij daar stimulerende bepalingen voor opnemen in beleid of wet- en regelgeving. Of de overheid kan ook meer dwingend bepalen dat het in de toekomst eenvoudigweg niet anders mag dan circulair. Zonder circulariteit wordt er dan bijvoorbeeld geen vergunning afgegeven of wordt er geen medewerking verleend aan bestemmingsplanwijzigingen. Veelal probeert de overheid eerst de markt zijn werk te laten doen, maar de vraag is of er wel een gemakkelijk verdienmodel ligt voor circulariteit. De milieuwinst komt immers bijna nooit toe aan de individuele onderneming die de kosten draagt.

De grootste uitdaging is de factor tijd

Mijn rol als vastgoedadvocaat is het om te adviseren over oplossingen indien regelgeving te beknellend werkt of over de mogelijkheid om juist bestaande wettelijke structuren innovatief te gebruiken om bepaalde doelen, zoals milieudoelstellingen, te bereiken. Kijkend naar circulariteit: dit is duidelijk een zaak van lange adem. In feite wordt met dit thema een visie gevraagd op de toekomst van grondstoffengebruik in Nederland en haar gebouwde omgeving als geheel. We moeten Nederland zó inrichten dat de gedachten rondom circulariteit goed worden verankerd. De grootste uitdaging is mijns inziens het organiseren van de factor tijd. Voor de goede werking van een circulaire bouwstroom is enerzijds van belang welke materialen zijn toegepast en dat deze kunnen worden hergebruikt, maar anderzijds – en belangrijker nog – wanneer deze materialen in de toekomst weer beschikbaar komen. Voor initiatiefnemers in de toekomst is van belang dat zij weten wanneer te hergebruiken materialen op de markt komen, zodat zij daar in hun ontwerp al rekening mee kunnen houden. Die zitten immers “opgeslagen” in bestaande gebouwen. Dat laat zich op dit moment lastig sturen. Het gevaar van een mismatch tussen vraag en aanbod op de grondstoffenmarkt is niet denkbeeldig.

Regels stellen over materiaalgebruik en sloop na een bepaalde looptijd of periode van leegstand

Een mogelijke oplossing ligt in het opstellen door de overheid van regels rondom het bestaansrecht van gebouwen. Stel bijvoorbeeld dat een overheid bij de afgifte van een Omgevingsvergunning tegen een initiatiefnemer zegt: u mag bouwen en het gebouw exploiteren maar u moet het wel na 30 jaar of na 2 jaar leegstand weer afbreken. Oftewel: de overheid geeft het tijdelijk recht af voor dit gebouw, zodat duidelijk is op welk moment de grondstoffen weer beschikbaar komen. Schaarse grondstoffen blijven zo niet onnodig in gebouwen vastzitten en er ontstaat een constante stroom aan herbruikbare materialen. Naar mijn idee zou dat het werkelijk omarmen van circulariteit betekenen: een duurzaam gebruik van grond en materialen. Dit moet dan wel wettelijk worden verankerd. Lokale overheden hoeven daar overigens niet op te wachten. Wanneer gemeenten zélf de grond uitgeven, kunnen zij nadere eisen stellen via het privaatrecht, door bijvoorbeeld de grond uit te geven in erfpacht en daarin regels te stellen over materiaalgebruik en sloop van de gebouwen na een bepaalde looptijd of na een bepaalde periode van leegstand.

Gezamenlijk een stuk van de rekening oppakken

Dit zal ongetwijfeld prijseffecten hebben op de opbrengst van de grond. Op de grondexploitatie worden mogelijk minder opbrengsten gerealiseerd, maar omdat hier sprake is van een collectieve verantwoordelijkheid kan worden geregeld dat alle betrokken partijen (gemeente, ontwikkelaar, beleger, huurder en financier) gezamenlijk een stuk van de rekening oppakken. De tijd lijkt daarvoor rijp want steeds meer ondernemingen laten zich op hun groene karakter voorstaan en kunnen daarmee echt onderscheidend zijn. Als we het belang van circulariteit werkelijk onderschrijven, moet iedereen daarin meedoen.’

Dit artikel komt uit het essay 'De waarde van het bestaande. Een essay over circulair denken en doen' van voormalig NRP voorzitter Frank Bijdendijk, dat hij schreef in het kader van zijn afscheid. Bekijk hier het hele essay.