De Gulden Feniks heeft dit jaar een nieuw jurylid: Ninke Happel. We zijn blij met haar toetreding, nadat ze in 2019 met haar architectenbureau Happel Cornelisse Verhoeven de Gulden Feniks in de categorie Renovatie won.
Happel Cornelisse Verhoeven werkt als een ontwerpcollectief: de drie partners zijn betrokken bij alle projecten en doet dit samen met achttien collega’s. Ninke: “We zijn bewust een middelgroot bureau. Zo kunnen we aan projecten werken met een zekere omvang, maar blijft het ook mogelijk om gezamenlijk aan elk ontwerp te werken. Wij geloven immers dat een gebouw meer ogen, oren en handen nodig heeft dan één architect kan bieden.” Het bureau werkt aan uiteenlopende projecten zoals woongebouwen, publieke gebouwen en interieurs in Nederland en België. “We werken altijd in een bestaande context of aan gebouwen met typologisch sterke karakters. We proberen altijd onze ontwerpen te wortelen in de geschiedenis en zetten heden en verleden daarbij op één lijn. Architectuur is een traag vak: je verhoudt je tot de toekomst, maar ook tot het verleden.”
Tot het portfolio van Happel Cornelisse Verhoeven behoren onder meer een sociaal woongebouw in het voormalige havengebied Cadix in Antwerpen, de renovatie en uitbreiding van Museum de Lakenhal, en de verbouwing van de Algemene Rekenkamer van Aldo van Eyck. Juist die diversiteit is wat Ninke aanspreekt: “De ene keer zit je met je gedachten bij een 17e-eeuws museum, dan bij een woongebouw uit de vroeg 20e-eeuw of moet je werken volgens de filosofie van een andere architect.”
In 2019 won het bureau de Gulden Feniks voor hun renovatie van Museum de Lakenhal. Het winnen van de prijs was voor Ninke een pluim op het werk: “Dat zo’n brede en vakinhoudelijke jury besluit jou die prijs toe te kennen is een groot compliment. Dat ik vervolgens gevraagd werd als jurylid vond ik heel leuk. Renovatie is de toekomst. Zolang we nog bezig zijn om bouwen emissievrij te maken, is niet-slopen de eerste stap. Dus het bestaande omarmen en te werken met wat je aantreft. Zo biedt de geschiedenis van een gebouw continuïteit voor de toekomst.”
“Grenzen moeten vervagen om bij oplossingen te komen”
Als jurylid kijkt Ninke uit naar slimme transformaties, waarbij de verbouwingsvraag meer is geworden dan de som der delen. “De minst interessante projecten zijn bouwkundige renovaties waar elke kans op een fundamentele verandering blijft liggen ‘omdat het nu eenmaal een renovatie is’. In deze tijd van veel onrust moeten we verder kijken dan spreadsheets met meerjarenonderhoudsplannen. We moeten onze blik verruimen en buiten onze eigen bubbel treden.” Ze hoopt op inzendingen waarbij de verbouwingsvraag een reden is geworden om iets terug te geven aan de stad, gebruikers, ecologie of biodiversiteit. “Ik vind het belangrijk dat niet het standaard architectuurverhaal wordt verteld, maar ook de maatschappelijke verantwoorde opgave waar we voor staan.”
Zelf hoopt Ninke als nieuw jurylid met een frisse blik naar de inzendingen én de prijs zelf te kijken. “Ik vind bijvoorbeeld de scheiding van categorieën renovatie en transformatie niet zo interessant. Op het moment dat je aan een gebouw gaat sleutelen is het altijd transformatie. Iedere ingreep is een kans om een gebouw te behouden voor de toekomst en te verbeteren naar hedendaags gebruik. Grenzen moeten vervagen om bij oplossingen te komen.”