Terug naar overzicht

Nieuwe NRP Partner W/E Adviseurs: Mensen vormen de sleutel tot circulariteit

09 november 2020
Nieuwe NRP Partner W/E Adviseurs: Mensen vormen de sleutel tot circulariteit

Beeld: John Mak en Geurt Donze (beide Directeur Bestuurder van W/E Adviseurs)  in de Brandaris in Zaanstad.

Moeilijke materie makkelijk maken, dat is het motto van W/E adviseurs. Dat zij daar goed in slagen, bleek wel tijdens een webinar van #NRPCirculair in juni, waarin Dora Vansco van W/E liet zien hoe zij voor vier Bossche woningcorporaties de materiaalstromen en bijbehorende milieu-impact in kaart hebben gebracht. Het meetbaar maken van circulariteit is een belangrijk speerpunt binnen het programma #NRPCirculair en de inzichten die W/E adviseurs op een heel eenvoudige en toegankelijke manier aanreikten, waren dan ook heel waardevol. We zijn dan ook blij dat het niet bij een eenmalige bijdrage is gebleven, want het webinar was de directe aanleiding voor W/E adviseurs om zich als partner aan te sluiten bij NRP. Tijd voor een nadere kennismaking met Geurt Donze en John Mak, beide Directeur Bestuurder.

Geurt Donze: “Stichting W/E adviseurs is al vier decennia actief in de breedte van duurzaam bouwen. Wij ondersteunen organisaties met visievorming, advieswerk, softwareontwikkeling, uitvoering in de dagelijkse praktijk en het geven van cursussen. Welbekend in de markt is ook de software GPR Gebouw die duurzaamheid voor de markt inzichtelijk en meetbaar maakt en op veel plekken wordt gebruikt en gewaardeerd. Dit doen we om vanuit een gezamenlijke betrokkenheid te werken aan een toekomstbestendige leefomgeving, waarin huidige en komende generaties comfortabel en gezond kunnen wonen, werken en recreëren. Zie hier de gedeelde missie met NRP.”

Anticiperen op dat wat van belang is binnen de bestaande gebouwde omgeving

Geurt vervolgt: “Wat ik het mooie vind van NRP en W/E adviseurs is dat beide organisaties in de kern hetzelfde doen. We transformeren allebei mee met wat er in de omgeving gebeurt. Het anticiperen op dat wat van belang is binnen de bestaande gebouwde omgeving en daar op een hoogwaardige manier op te schakelen, dat bevalt me heel erg. Ik vind ook dat NRP goede mensen heeft, die uitgesproken en betrokken zijn. Dat vind ik een heel belangrijke kwaliteit, ook binnen onze eigen organisatie. John Mak vult aan: “Een ander leitmotiv is het ontwikkelen en delen van kennis. We zijn op een paar onderwerpen koploper in Nederland: energie, circulariteit en gezondheid. Deze onderwerpen moeten vooral in de bestaande bouw gerealiseerd gaan worden.

Wij kijken vooral met een integrale blik naar deze thema’s. Als je met de energietransitie bezig bent, hoe doe je dat dan circulair? Hoe zorg je ervoor dat woningen en andere gebouwen ook gezond zijn en een waardevolle plek zijn voor mensen? Dat zijn drijfveren die we ook bij NRP terugzien. En waar we ook graag met andere NRP partners mee aan de slag gaan. Welke kennis hebben we nodig, welke hulpmiddelen? Wij kunnen heel goed rekenen en analyseren, maar er zijn ook zachtere en financiële aspecten. Met het partnerschap kunnen we kruisbestuiving realiseren.

Overigens kenden we NRP al langer dan het webinar. Zo’n zes jaar geleden heb ik met Wessel de Jonge onderzoek gedaan naar hoe je duurzaamheid van karakteristiek vastgoed en monumenten op een goede manier kan waarderen met methodieken. Met W/E adviseurs hadden wij destijds namelijk al het instrument GPR Gebouw, dat zowel inzicht geeft in duurzaamheid van gebouwen als inzicht in de mogelijkheden om te verduurzamen. De uitkomsten van ons gezamenlijk onderzoek heb ik destijds gedeeld tijdens een NRP bijeenkomst en zijn ook verwerkt in een volgende versie van GPR Gebouw.”

De actualiteit is tegelijkertijd de geschiedenis

Geurt: “Een eerdere relatie is de NRP Gulden Feniks (vh. Nationale Renovatieprijs), die wij in het verleden meerdere keren wonnen, namelijk met Complex 50 (2001), Huize Patrimonium (2003, innovatie), De Leeuw van Vlaanderen (2007) en Justus van Effen (2013) Terugdenkend aan bijvoorbeeld Complex 50, zie je dat daar al heel veel inzat van wat nu actueel is, op energetisch vlak, maar juist ook op het gebied van circulariteit, hergebruik van bestaand casco, het opwaarderen, de stedenbouwkundige structuur die op orde is, het toevoegen van hoogwaardige kwaliteit. We noemden het destijds nog geen circulaire strategieën, maar er werd al wel degelijk langs die lijnen verbeterd en ontwikkeld.” John: “Ik vond het mooi dat juist zo’n project dat aansprekend is in de volle breedte, zowel financieel, als volkshuisvestelijk, als duurzaam, tot de prijswinnaars behoorde. Het is ook leuk om terug te zien in de zaken waar we nu voor staan. Dat is het mooie van de bestaande bouw. Omdat deze er al lang staat, is de actualiteit tegelijkertijd ook de geschiedenis.”

Justus van Effen

Beeld: Justus van Effen, Rotterdam

Demonstratieprojecten laten zien waar onderzoek toe kan leiden

Geurt: “Onze demonstratieprojecten laten zien waar de resultaten van onderzoek toe kunnen leiden, om daar vervolgens ook weer nieuwe lessen uit te leren. Daarnaast zijn die projecten ook gewoon heel leuk om met anderen aan te werken. Met name vanwege dynamiek en energie die daarbij vrijkomt, zeker bij Complex 50.” John: “Het samen met een vooroplopende opdrachtgever, gedreven en kundig architect en bewoners plannen maken, dat was een intensief project. Want duurzaamheid mag dan het hogere doel zijn, het gaat vooral ook om de belangen van de bewoners. Dat zij een prettige woning krijgen die comfortabel is, en waarbij ook de energielasten beperkt zijn.” Geurt: “Die coproductie met corporatie, architect en bewoners zorgde voor de meerwaarde. Die bepaalde de kwaliteit en heeft robuustheid in de tijd gegenereerd. Ik zou niet willen dat slechts een van de drie het voor het zeggen had gehad.”

complex 50

Beeld: Complex 50, Van Schagen Architecten

Vanuit duurzaamheid gezien is het waardevol als iets er aantrekkelijk uitziet

Complex 50 is op meerdere manieren een parel. Zowel in de fysieke kant, als in de manier waarop bewoners erom heen lopen en bijvoorbeeld hoe het buitengebied is ingericht. Alles is veel zorgvuldiger gedaan dan in het geval van ‘pappen en nathouden’ of ‘we doen maar flink sloop-nieuwbouw’. Die kwaliteit heeft zich wel in financiële waarde bewezen.” John: “De projecten die NRP Gulden Feniks hebben gewonnen, zijn projecten waarbij de bewoners trots zijn op wat er gemaakt is en hoe het verbeterd is. Justus van Effen was bijvoorbeeld in de loop der jaren zo ‘verbeterd’ dat het een armoedig wooncomplex was geworden. Dat is qua uitstraling in een oude luister hersteld, gecombineerd met aanpassingen om het toekomstbestendig te maken. Daardoor is het nu een plek waar mensen met plezier wonen. Wij zijn er van overtuigd dat als iets esthetisch fraai gemaakt is, mensen zich er eerder aan hechten en vanuit betrokkenheid ook meer geneigd zijn het mooi te houden. Vanuit duurzaamheid gezien is het waardevol als iets er aantrekkelijk uitziet. Dat iets zorgvuldig gedetailleerd en zorgvuldig gemaakt is.”

Vanuit de samenhang zoeken naar een optimale verbetering

John: “Waar we ons nu op richten, en wat onderwerp was van jullie #NRPCirculair webinar, is het inzichtelijk maken van de samenhang tussen energie en materiaalprestatie en deze in een gewogen integrale duurzaamheidsindicator uit te drukken. Dat is een heel waardevolle. Want hoewel er met name thematische doelen worden gesteld, zijn de echte, overstijgende doelen: het tegengaan van klimaatverandering en grondstofuitputting. Met zowel energie als materialen gaat het om die doelen en met deze methode kan je vanuit de samenhang wegen en optimaliseren.”

De bruikbaarheid van MPG voor circulariteit

Geurt: “De MPG (MilieuPrestatie Gebouwen) is in eerste instantie ontwikkeld voor nieuwbouw. Vanuit het ministerie van BZK is er in de loop der tijd meer aandacht voor de bestaande bouw gekomen, onder andere in discussies over de bruikbaarheid van MPG voor circulariteit. Ons advies dat je dit ook voor de bestaande bouw kunt toepassen was voor BZK een eyeopener. Wij deden dat met de GPR gebouwen immers al sinds 2006. Om de MPG ook voor circulariteit te kunnen gebruiken was er wel een aanpassing van het MPG-systeem nodig. W/E was hierbij betrokken en heeft zich onder andere ingezet voor de mogelijkheid om losmaakbaar toegepaste producten beter te kunnen waarderen. Ook hebben we studie gedaan naar een manier om in de MPG meer recht te kunnen doen aan de circulaire strategie van levensduurverlenging. De infrastructuur ligt er nu en we zijn bezig om dat via een eenvoudige tool beschikbaar te maken..”

Kwantificeren en objectiveren

John: “Het in kaart brengen van materiaalstromen hebben we dus onder andere voor vier de Bossche corporaties gedaan. Daarmee kun je gaan kwantificeren en objectiveren. Waar zitten nu de grote stromen, waar zit de grootste milieupijn, maar ook: waar zitten de grootste milieukansen? Met de resultaten van die inventarisatie onder de arm kan de corporatie in gesprek treden met ketenpartners. Het is de eerste stap die gaat helpen bij vragen als ‘wat is de problematiek, wat zijn ordergroottes, waar liggen de kansen’ beantwoord te krijgen. Als je die inventarisatie hebt gedaan dan kun je de goede vragen stellen en antwoorden met elkaar gaan bedenken.” Geurt: “We doen de quickscan inmiddels niet alleen maar op voorraadniveau, maar je ziet nu dat het onderwerp naar concrete projecten getild wordt. Daarbij kijken we naar het verbeteren van basale processen in de bestaande voorraad, waar liggen de kansen, wat kan beter en waar kunnen we mee aan de slag? Het wordt dus verder getrokken dan de ‘stromenexcercitie’ die we hebben gedaan.”

Geurt Donze en John Mak

Beeld: Geurt Donze en John Mak reizen vooral met de trein en de OV-fiets

Gezond binnenmilieu heel actueel

Geurt vervolgt: “Op het onderwerp gezondheid zijn te warme woningen actueel. In onderzoek voor BZK naar oververhitting hebben we een TOjuli getal ontwikkeld, dat in het Bouwbesluit is opgenomen als maat voor de kans op oververhitting in een woning. Want aangescherpte eisen voor energiezuinigheid ( BENG) mogen niet leiden tot oververhitting. Momenteel doen we een verkennend onderzoek naar hoe je dat criterium zoals dat ontwikkeld is voor nieuwbouw, kan toepassen in de bestaande bouw. Kun je op een eenvoudige manier, aan de hand van een aantal bestaande gebouwkenmerken, een inschatting maken van het risico op temperatuuroverschrijding? En wat zijn dan vervolgens verstandige strategieën om het risico te reduceren?

Mensen vormen de sleutel tot circulariteit

John: “Om toch nog even weer terug te komen op iets overstijgends als dierbaarheid: die krijg je alleen als je de vraagstukken met mensen oppakt. Het zijn de mensen die uiteindelijk bepalen of iets duurzaam gebruikt gaan worden. Daarin ligt de sleutel voor energietransitie en circulariteit, hoe betrek je bewoners daarin, hoe mobiliseer je die? Het maken van plannen met de bewoners leidde in de stadsvernieuwingsprojecten bijna altijd tot volledige deelname. Mensen waren betrokken en zagen vooral kansen voor zichzelf. Je doet het ook uiteindelijk voor mensen en die moet je een toekomstperspectief geven. Het gaat om een duurzame leefomgeving voor mensen, later en nu. Dan is het mooi als die omgeving in de toekomst 25% circulairder wordt, maar het gaat om het grotere verhaal. Dierbaarheid is eigenlijk waar het om gaat."

Door: Ilse Boer