Vertrouwen is het toverwoord van de Omgevingswet. Met vertrouwen kunnen we straks allerlei transformatie- en renovatieprojecten eenvoudig en beter faciliteren. Straks, wanneer dat is, is niet helemaal bekend, maar de verwachting is ongeveer medio of eind 2019 als de wet in werking treedt.
Industrieel erfgoed kan dan in korte tijd worden gevuld met leisure-, foodexperience en kunst- en cultuurconcepten. In Veghel hebben ze dit op een bijzondere wijze voor elkaar gekregen. Het gehele complex van de voormalige Coöperatieve Handels Vereniging (CHV) is getransformeerd. Het hoort nu met allerlei stedelijke functies weer bij de stad.
De CHV heeft aan de Noordkade in Veghel glorieuze tijden beleefd. Agrarische bedrijven konden er via de Noord-Brabantse Coöperatieve Boerenbond veel producten afzetten. Met de Boerenbond ging het eveneens crescendo en zodoende groeide de locatie uit tot één van de belangrijke vestigingen van het CHV-conglomeraat. Eind vorige eeuw werd het bedrijf zelfs te groot voor de locatie aan de Noordkade. Ineens stonden gebouwen leeg, silo’s in onbruik en een groot terrein kwam beschikbaar voor iets nieuws.
Van der Ven Bouwbedrijf uit Veghel kocht het complex aan. Vanaf het begin werd duidelijk dat hier allerlei prachtige plannen mogelijk waren. Eerste onderzoeken wezen wel uit dat - vanuit een theoretische benadering - er in de eindfase vijftienhonderd parkeerplaatsen nodig zouden zijn, terwijl er slechts achthonderd parkeerplaatsen beschikbaar waren.
Als we nu een bestemminsplan zouden maken, dan moet er vanaf het begin zekerheid bestaan over hoe dat parkeertekort wordt weggewerkt. Die oplossing lag weliswaar in de directe nabijheid – een groot parkeerterrein van Jumbo aan de overkant van de Zuid-Willemsvaart – maar er is voor de bereikbaarheid wel een brug nodig. Volgens de huidige bestemmingsplanmethode moet die brug op voorhand zeker zijn gesteld, als het ware alvast in bestelling zijn. Zo lopen ‘de kosten ver voor de baten uit’. Immers, in de praktijk is nog niet zeker of die brug nodig is en al helemaal niet wanneer.
In Veghel is dit proces omgedraaid: ‘de baten gaan voor de kosten uit’. Het toverwoord hiervoor is vertrouwen. Door de initiatiefnemer is vooraf aan gemeente en buren een duidelijk perspectief geboden op goede oplossingen. Tegelijkertijd is een helder traject van participatie ingezet. Buren werden en worden continue over nieuwe plannen geïnformeerd. Tussentijdse meetmomenten zijn ingebouwd om met elkaar vast te stellen of na vestiging van weer enkele nieuwe functies de parkeersituatie nijpend is geworden. Concreet: de gebouwen zijn gevuld, het industrieel erfgoed is getransformeerd tot een belangrijke nieuwe stedelijk locatie en op tijd wordt voorzien in de aanleg van die brug.
De Omgevingswet biedt kansen voor dit soort projecten. Daarop is in Veghel met grote voortvarendheid en inzet van iedereen op vooruitgelopen. De Omgevingswet maakt omgevingsplannen mogelijk als vervanging van bestemmingsplannen, waarin eenvoudig beter ruimte wordt geboden aan nieuwe initiatieven. Heldere afspraken over de manier waarop de realisering van het initiatief plaatsvindt zijn vertaald in regels.
Essentieel is dat wordt uitgegaan van vertrouwen, vertrouwen bij de gemeente en de burgers. Dat lijkt nu wellicht het toverwoord van de toekomstige Omgevingswet. Of is het een werkwijze waarvan we in de toekomst meer en meer werk gaan maken? In Veghel heeft ‘vertrouwen’ nu al geresulteerd in een groot succes om trots op te zijn.