Terug naar overzicht

Column Vincent van Rossem: Wauw!

01 december 2020
Column Vincent van Rossem: Wauw!

De BNA heeft Forum Groningen uitgeroepen tot het beste gebouw van 2020. Ik vind dat een wonderlijke keuze, een verkeerd signaal. We leven toch in een tijdperk dat het allemaal een beetje minder moet. Veel architecten doen hun best om intelligente gebouwen te maken, maar de BNA kiest voor een pompeuze feesttent, een toonbeeld van verspilling. De eerste bezoekers reageerden met: wauw. Dan weet je het al, wauw betekent spectaculaire gekkigheid. Erg origineel is het niet, het Centre Pompidou blijft een moeilijk te overtreffen gebouw. En Woolworth Building in New York was ook al waanzinnig wauw.

Gemeente Utrecht is erin geslaagd om ongeveer hetzelfde programma onder te brengen in een oud postkantoor. Een ‘huiskamer’ voor de stad, terwijl Utrecht toch beduidend groter is dan Groningen. Misschien omdat ze daar al opgescheept zitten met die malle Neudeflat in het centrum. Ook zo’n gebaar van architecten, kijk ons eens een historische binnenstad verpesten. Dan ben je modern, progressief, architecten lopen immers voorop als het om de toekomst gaat.

Ik eet mijn Duitse wandelschoenen op als Forum Groningen ook maar enige betekenis heeft voor de toekomst van de bouwkunst. Het is de toekomst van vijftig jaar geleden. Voor de beroepsgroep zijn het natuurlijk leuke gebouwen om te maken, veel werk en gratis publiciteit. Je staat meteen op het omslag van het Jaarboek voor Architectuur. Die periodieke reclamefolder voor architecten zou toch eens de erepenning voor ultieme intellectuele gemakzucht moeten krijgen. De meeste autotijdschriften gebruiken dezelfde formule, veel kletskoek en weinig analyse, laat staan serieuze kritiek.

Terwijl de BNA en het Jaarboek onverdroten doorgaan met de misvatting dat bouwen grote kunst is, waarbij ook het vertoon van enorme spierballen een belangrijke rol speelt, zijn de meeste architecten bezig met hele andere problemen. Opdrachten waarmee je nooit een prijs gaat winnen, verbouwingen voor particulieren met een bescheiden budget, renovaties, soberheid troef. Juist dit werk, met weinig glamour, vertegenwoordigt grote maatschappelijke waarde, het heeft namelijk betekenis voor het dagelijks geluk van de burger, niet wauw, maar heel praktisch. Bij alle heisa over bijzondere gebouwen, blijft de woning de essentie van de architectonische opgave.

Met de betaalbare huurwoning, ooit het baken van onze sociaaldemocratie, gaat het niet goed. En met de vooral naoorlogse wijken waarin veel van die woningen staan, gaat het ook niet goed. Daarom wordt de Van Rossem Prijs 2020 voor intelligente bouwkunst toegekend aan een renovatieproject in Tuinstad Slotermeer, een woonwijk in Amsterdam West. Daar renoveert de Woningstichting Rochdale in samenwerking met Hooyschuur architecten 440 woningen in een niet beschermd maar wel monumentaal ensemble van portieketageflats. Het gaat in feite om nieuwe woningen, waarbij de oorspronkelijke jaren vijftig architectuur wordt hersteld. Dat is goed nieuws voor de sociale woningbouw en het is misschien wel nog beter nieuws voor de Nederlandse stedenbouw. Het besef begint te dagen dat renovatie van de naoorlogse woonwijken veel verstandiger is dan botte vernieuwing. Het zijn prachtige wijken met veel groen en ruimte, die nog altijd getuigen van een grootse visie op de toekomst van onze samenleving.