Terug naar overzicht

NRP-partner Mevrouw Meijer geeft scholenbouw vleugels  

Er staan in Nederland 10.000 schoolgebouwen, waarvan de helft na de Tweede Wereldoorlog werd gebouwd. Veel van deze scholen zijn – ruim 40 jaar na dato – boekhoudkundig afgeschreven en mogen daarmee gesloopt worden en vervangen door nieuwbouw. Dat heeft een enorme impact op het klimaat én ons architectonisch arsenaal.  

Mevrouw Meijer, onderzoeksbureau op het gebied van scholen en architectuur, laat zien dat dat anders kan. Met een team van zes transformeert het bureau de bestaande voorraad naar toekomstbestendige scholen. Dat doen ze in samenwerking met gemeenten, besturen, docenten, leerlingen, de buurt én een nieuwe generatie architecten. Het resultaat is een herbestemd gebouw dat weer decennia mee kan. Wilma Kempinga, mede-eigenaar van Mevrouw Meijer, vertelt als nieuwe NRP-partner over de bijzondere filosofie en werkwijze van het bureau. 

Interview gaat verder onder de video 

Het ‘sloopsentiment’ doorbreken  

Scholen in Nederland functioneren goed en zijn zo’n vast onderdeel van ons dagelijks leven, dat we ze vaak over het hoofd zien, stelt Wilma. ‘Niet alleen door gebruikers, maar ook door de erfgoedsector en ontwikkelaars. Terwijl: scholen zijn plaatsen van ontplooiing, herinnering en binding. Datzelfde gevoel moeten we ook krijgen bij het gebouw an sich. Nu heerst het sentiment dat een goed gebouwde school nieuwbouw moet zijn.’  

‘Het casco van een school hergebruiken is een enorme klapper in CO2-besparing’

Die gedachte heeft volgens Wilma twee oorzaken. Ten eerste door de gewoonte om te denken dat je een boekhoudkundig afgeschreven school moet slopen. Maar dat doe je bij je eigen huis ook niet. Ten tweede door gebrek aan kennis: ‘Als je de mogelijkheden van herbestemmen niet kunt zien, denk je vaak dat iets niet kan. Wij laten die mogelijkheden wel zien en begeleiden daarin zowel de architect als opdrachtgever intensief. Wanneer we met een school aan de slag gaan, is dat daarom altijd op basis van een ontwerpend onderzoek van drie maanden.’  

CO2- én kostenbesparing door hergebruik van het casco  

Bij de start van een traject voert het bouwtechnisch team van Mevrouw Meijer een nulmeting uit. Daarin worden nieuwbouw en transformatie met elkaar vergeleken op zowel kosten als CO2-besparing. Vervolgens schakelt Mevrouw Meijer drie architectenbureaus in die nog nooit een school hebben gebouwd. Zij maken elk een ontwerp, waarvan de investering, het onderhoud en exploitatie voor 40 jaar wordt doorberekend. Vaak valt dit uit in het voordeel van de bestaande bouw: ‘Het casco hergebruiken is een enorme klapper in CO2-besparing,’ licht Wilma toe. ‘En juist dat casco is vaak gewoon een skeletje. Daar kun je nieuwe visies van scholen bijna altijd inpassen.’ Uiteindelijk liggen er drie voorlopige ontwerpen, waarmee de opdrachtgever verder kan. In de praktijk betekent dit vaak dat een van deze ontwerpen verder wordt uitgewerkt.  

Interview gaat verder onder de video 

Nimeto Utrecht: extra ruimte zonder bij te bouwen  

Een recente oplevering van Mevrouw Meijer is de transformatie van MBO-school Nimeto in Utrecht. De school wilde uitbreiden van 1300 naar 1700 studenten binnen het bestaande pand: twee gebouwen verbonden door een gammele luchtbrug. Daarnaast moest het vernieuwde pand ruimte bieden aan nieuwe manieren van onderwijs. In 2018 startte Mevrouw Meijer met ontwerpend onderzoek. Nimeto koos voor het ontwerp van de toen nog relatief onbekende architect Maarten van Kesteren. Hij creëerde extra ruimte voor 400 leerlingen zónder bij te bouwen. De vloer van de school ging eruit, waardoor de kelder toegankelijk werd, en de parkeerplaats veranderde in een tuin.   

Interview gaat verder onder de foto

De school als toegang tot verdere gebiedsontwikkeling  

Een groot deel van het succes van de transformatie van Nimeto is volgens Wilma te wijten aan de samenwerking tussen het team en gemeente, personeel en studenten. ‘Zo is een groot deel van het schilder- en meubileringswerk door de leerlingen gedaan, als onderdeel van hun opleiding. Je ziet dat zo’n transformatie door de hele school wordt gedragen. En zelfs verder dan dat. De buurt en gemeente zijn zo enthousiast over de herbestemming, dat begin 2025 de rest van het gebied wordt aangepakt naar Maartens ontwerp.’  

Juist dat laatste wil Wilma dan ook meegeven aan het netwerk van NRP, waar Mevrouw Meijer zich onlangs bij aansloot. ‘Als je begint met gebiedsontwikkeling, begin dan bij de school. Een school raakt alles en iedereen en is een laagdrempelige toegang tot de rest van de buurt. Bovendien is de ervaring en expertise die je opdoet bij scholenbouw, ook toepasbaar op andere gebouwtypen.’  

Het onderwijs van morgen past in de gebouwen van toen  

Tot slot: waar komt de opmerkelijke naam Mevrouw Meijer vandaan? Wilma lacht: ‘Mevrouw Meijer is het hoofdpersonage in het boek Mevrouw Meijer en de Merel van Wolf Erlbruch. Zij maakt zich altijd overal zorgen om. Op een dag ontfermt ze zich over een jonge merel. Het moment breekt aan dat de merel klaar is om uit te vliegen, en wanneer Mevrouw Meijer met de vogel in een boom klimt, merkt ze dat ze zelf ook kan vliegen. Deze parabel is tekenend voor ons werk. Iedereen maakt zich om vanalles druk, behalve waar het echt om gaat. Wij richten ons juist op dat laatste. Want het onderwijs van morgen past in de gebouwen van toen. Sterker nog: de scholen van morgen, die staan er eigenlijk al.’  

Foto’s: MWA Hart Nibbrig en Gerrit Spruijt