Terug naar overzicht

Column Vincent van Rossem: De Nobelprijs

03 mei 2021
Column Vincent van Rossem: De Nobelprijs

Men zegt wel dat de Pritzker prijs de Nobelprijs voor de architectuur is. Ik ben nooit zo onder de indruk van dergelijke prijzen. De Nobelprijs voor de literatuur is in de loop der jaren uitgereikt aan de meest wonderlijke auteurs, om de meest wonderlijke, vaak politieke redenen. De NRP Gulden Feniks is een heel andere, thematische prijs, die elk jaar heel doelgericht renovatieprojecten huldigt. Daarover kan geen misverstand bestaan. De Pritzker prijs is al te vaak toegekend aan architecten die ik gemakshalve maar even aanduid als lakeien van het internationale grootkapitaal. Voor patserige architectuur die werkelijk in alle opzichten bijdraagt aan de ondergang van onze planeet.

Toch is de jury van de Pritzker prijs klaarblijkelijk niet helemaal gek, want dit jaar hebben Anne Lacaton (1955) en Jean-Philippe Vassal (1954) de prijs gekregen. Het bureau Lacaton & Vassal bestaat sinds 1987 en heeft in drie decennia een reputatie opgebouwd met tegendraadse architectuur. Zij beschouwen het afbreken van een gebouw als een geweldsdaad, zij renoveren massawoningbouw die in veler ogen niet eens echte architectuur is en zij gebruiken bij nieuwbouwprojecten graag eenvoudige materialen. Een frappant voorbeeld is het Palais de Tokyo in Parijs, een project uit 2001. Het interieur van dat vooroorlogse museumgebouw voor moderne kunst was al vernield toen Lacaton & Vassal de opdracht kregen om er nog iets van te maken, een centrum voor hedendaagse kunst. Zij lieten de ravage die andere architecten hadden aangericht geheel intact, zodat de bezoeker nu tamelijk verbijsterd door een ruïne dwaalt.

Afgezien van het feit dat Lacaton & Vassal talloze nuttige projecten hebben gerealiseerd, stelt hun werk ook uitdrukkelijk de vraag wat architectuur eigenlijk is. In de negentiende eeuw ging het om de grote technische vernieuwingen en vervolgens hebben de pioniers van het Modernisme de massawoningbouw en de functionele stad op de agenda gezet. Maar aan het eind van de twintigste eeuw was het gedaan met de ware creativiteit in het vak. Architectuur werd een dwaze vormenparade. Sommigen grepen terug op het verleden, anderen radicaliseerden het Modernisme tot high tech, maar meer en meer werd duidelijk dat architecten geen idee hadden hoe het verder moest. Wat eigenlijk hun maatschappelijke verantwoordelijkheid is. Het vormprobleem is natuurlijk een schertsprobleem, dat Lacaton & Vassal van begin af aan gemeden hebben. Zij begrepen dat de sociale woningbouw nog altijd urgent is, juist nu al die verouderde woningen gerenoveerd moeten worden. Zij hadden geen zin om hun zakken te vullen met de nieuwste mode en kozen voor een benadering die niet direct met veel trompetgeschal in de architectuurbladen wordt gepubliceerd.

Die keuze heeft het bureau nu dus de Nobelprijs voor de architectuur opgeleverd. Waardoor natuurlijk ook NRP indirect gelauwerd wordt. Maar voor het belangrijkste monument van de CIAM in Nederland, Amsterdam West, is het al te laat. Hier hebben de oliedomme mannetjes van de woningbouwcorporaties, bijgestaan door architecten zonder principes, naar hartenlust gesloopt, om maar niet te spreken over het stedenbouwkundige prutswerk. Een ding is zeker: het Bureau Parkstad gaat zelfs de poedelprijs voor stadsvernieuwing nooit winnen.