‘Ik heb altijd aan duurzame projecten gewerkt en word daar serieus gelukkig van. Het was dan ook een grote uitdaging om voor ABN AMRO een gebouw met werkruimtes en publieksfuncties op de Amsterdamse Zuidas te maken. Toen ik erbij betrokken raakte, was de vergunning al verleend en de bouw gestart, maar de bank vroeg tot drie keer toe: kan het ook duurzamer? Op een gegeven moment was de rek daaruit, waarna de bank – gedurfd – de bouw stillegde. Wij hebben toen zelf een voorstel geschreven: maak het gebouw circulair! In die tijd had niemand daar nog van gehoord. Wij waren erover in gesprek met de TU Delft en hebben gezegd: we gaan het gewoon doen. De bank stemde in en we gingen op een spannende zoektocht. Het was echt pionieren: geen programma, geen vast budget, heel weinig tijd. Maar dat gaf juist goede druk. Circulariteit is enorm gebaat bij samenwerking met alle betrokken disciplines. Sterker nog: het is een absolute voorwaarde. Alle schakels in de keten zijn van belang. Daarbij was het voor onszelf als architectenbureau ook spannend: wat voor architectuur maken we hier, qua gevoel, beleving, esthetica. Waarbij we zoveel mogelijk met bestaande materialen wilden werken, maar een paar jaar geleden was er nog niet veel aanbod. Daarnaast was de uitdaging om nieuwe materialen zó toe te passen dat ze op termijn gemakkelijk een tweede leven konden krijgen. Circulariteit krijgt op deze manier een hybride vorm, waarbij ook het onderscheid tussen nieuwbouw en renovatie vervaagt. Juist daarom is het voor een organisatie als NRP een zeer interessant thema.
Terugkijkend kan ik zeggen: over de manier van denken en ontwerpen van een circulair gebouw hebben we veel geleerd. Die kennis gebruiken we nu bij nieuwe projecten, zoals een circulaire fietsengarage in Eindhoven met 5.000 plaatsen. Werken aan circulaire gebouwen vereist een grondige technische kennis; van de bouwtechniek maar ook van de toeleverende industrie. Wat is er op de markt beschikbaar? Waarbij de architect een regisserende rol krijgt om alles te mixen, zoals een kok ook met regionale producten aan de slag gaat in de keuken. Daarnaast ligt er een zwaardere nadruk op het proces, zoals ik al aangaf: doet iedereen mee? Het vermogen om samen te werken wordt meer op de proef gesteld. Ook de rol van de digitale ontwerpmodellen verandert. Bij het Circl-gebouw voor ABN AMRO hebben we dat allemaal handmatig moeten invoeren: deze onderdelen zijn gebruikt en die gaan zo lang mee. Voor OVG bij het gebouw Edge Olympic hebben we op een vergelijkbare manier een materialenpaspoort gemaakt. Daarop kan het beheer- en onderhoudsplan worden gebaseerd.
Uit het feit dat Circl tal van nominaties heeft gekregen en ook het Architectuurjaarboek heeft gehaald, trek ik de conclusie dat circulaire gebouwen zeker ook mooi kunnen zijn en prettig in de beleving. De vele bezoekers van Circl geven dat na afloop ook aan. Duurzaamheid, dierbaarheid en schoonheid gaan samen: dat moet de ambitie zijn.’
Dit artikel komt uit het essay 'De waarde van het bestaande. Een essay over circulair denken en doen' van voormalig NRP voorzitter Frank Bijdendijk, dat hij schreef in het kader van zijn afscheid. Bekijk hier het hele essay.