Terug naar overzicht

Ook in een circulaire en gedigitaliseerde bouwpraktijk blijven ambachtslieden nodig

13 november 2020
Ook in een circulaire en gedigitaliseerde bouwpraktijk blijven ambachtslieden nodig

Beeld: Poorttoren in aanbouw, Aryan Klein
Auteur: Teun van den Ende

Aryan Klein en zijn collega’s werken samen met jongeren en andere vrijwilligers aan de reconstructie van Slot Schaesberg in Landgraaf, Zuid-Limburg. Met het project willen zij iets doen aan het tekort aan ambachtslieden door te laten zien hoe leuk het is om aan cultureel erfgoed te werken. Klein: "Jonge mensen moeten de ‘ambachtelijke’ fakkel door blijven geven, maar die fakkel mag er ook best anders uitzien dan vroeger."

Op Slot Schaesberg werken 80 vrijwilligers onder leiding van een klein team van professionele ambachtslieden aan de herbouw van de kasteelhoeve, die in 1968 vanwege instortingsgevaar is gesloopt. Aryan Klein werd in 2012 door de gemeente Landgraaf aangesteld als gemeentelijk projectleider en in 2015 tot projectdirecteur van de Stichting Landgoed Slot Schaesberg. Het doel is het cultureel erfgoed 'op historisch en wetenschappelijk verantwoorde wijze te herbouwen en het omliggend cultuurlandschap te herinrichten'. Niet het resultaat maar het proces staat centraal, benadrukt Klein: "In Nederland zijn we trots op ons erfgoed. Toch hebben we een schrijnend gebrek aan ambachtslieden om het erfgoed te onderhouden. Elke generatie moet opnieuw weer nieuwe mensen opleiden, daarom proberen we jongeren voor dit werk te enthousiasmeren."

Leerling-ambachtslieden doen hun vakkennis op van een meester

Zijn organisatie biedt opleidingsplaatsen aan volgens het aloude principe dat leerling-ambachtslieden hun vakkennis opdoen van een meester om daarna weer een volgende generatie op te leiden. Maar Klein heeft tot nu toe zeer weinig leerlingen op het werk verwelkomd. Waarom? Ze zijn er bijna niet. Dit is een van de redenen dat de reconstructie niet zo snel gaat als Klein had gewild. Door Corona is bovendien een groot deel van het werkseizoen van 2020 verloren gegaan. De poorttoren steekt nog maar drie meter boven het maaiveld uit. Toch is hij er blij mee, want een jaar geleden was er nog helemaal niets te zien: "Jullie zijn hier met van alles bezig, maar hoe zit het nou met de herbouw van het kasteel?", vroeg iedereen hem continu.

VOC-schip De Batavia als voorbeeld van een scholingsproject

Klein refereert in het gesprek zo nu en dan naar de herbouw van VOC-schip De Batavia. Dat werd in 1985 opgezet als scholingsproject, centrum voor ambachten en toeristisch bedrijf. Een team van leermeesters waar Klein deel van uitmaakte, nam jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt en langdurig werklozen onder hun hoede. Ze konden er niet alleen een vak leren maar ook werkervaring opdoen. De Batavia werd in 1995 te water gelaten, honderdduizenden mensen bezochten het ambitieuze restauratieproject. Een grote rederij financierde het project met een lening van 8 miljoen gulden.

Een van de overeenkomsten tussen beide projecten is dat houtbewerking een belangrijke positie erin inneemt. Bij het vinden van geschikte eikenhouten balken voor de vloerconstructie vroeg Klein Houtcompagnie Almenum uit Harlingen om hulp. Dat bedrijf selecteert en kapt bomen voor reconstructies voor schepen en historische gebouwen. “Vroeger groeide in Nederland voldoende eiken, maar ze zijn nu nauwelijks meer te vinden. Dus halen we ze tegenwoordig uit Denemarken, waar nog wel aanbod is. Van het geld dat de soms tweehonderdvijftig jaar oude bomen opleveren worden nieuwe eiken geplant. In Denemarken ziet men op nationaal niveau het belang van zo’n investering in de toekomst."

Lol beleven aan ambachtelijk werk

Naast houtbewerken zijn metselen, natuursteen bewerken, dakdekken en smeden de ambachten die Klein in Zuid-Limburg nieuw leven in hoopt te blazen. Hij weet ook wel dat veel jongeren zich tegenwoordig meer aangetrokken voelen tot 21st century skills als programmeren, dan urenlang beitelen aan een kerk. "Toch is er zoveel lol te beleven aan ambachtelijk werk. Het vergt net zo goed een intellectuele inspanning. Het stigmatiseren van handwerk en ambachtelijk werk, daar zouden we eens mee op moeten houden."

smidse in aanbouw

Beeld: Smidse in aanbouw

Vroeger was er in ieder dorp een smid

Klein stak veel tijd in het aangaan van allerlei samenwerkingen, zoals met het Nederlands Gilde van Kunstsmeden (NGK). Op het terrein verrijst een smidse gebouwd van eiken vakwerkspanten met vakken van leem, de ambachtelijke bouwvorm in de regio. "De smeden maken onderdelen voor de kasteelhoeve zoals muurankers, hangen, nagels en spijkers, tegelijk dient het als publieksattractie en om opleidingsplaatsen in de regio te creëren. Vroeger zat in elk dorp een smid. Nu zetten we om elk bouwterrein een hoog hek waardoor je niets ziet wat er daarbinnen gebeurt. Vind je het gek dat weinig jongeren enthousiast worden om in de bouw te werken?"

Net als smeden gaat het metselen op de bouw er nog bijna op dezelfde manier aan toe als eeuwen geleden. Vroeger werden funderingen ook gemetseld, maar tegenwoordig worden daarvoor stalen buispalen met beton volgegoten, met behulp van machines. Klein ontkwam er niet aan deze moderne techniek te adopteren: “Onder de 17de-eeuwse fundering vonden we resten van een nog ouder bouwwerk uit de 15de of 16de eeuw. Die waren uiteraard niet langer bruikbaar, maar wel onderdeel van de geschiedenis van het slot. We hebben 16 buispalen door de oude fundering geboord om een nieuwe ringbalk van beton te dragen. Dit was de minst invasieve methode en van de ringbalk is nu niets meer te zien."

Terwijl de fundering geboord werd bestelde Klein 50.000 bakstenen bij steenbakkerij Zilverschoon Randwijk, dat met natuurlijke grondstoffen werkt. Hij vroeg het bedrijf de steen te laten lijken op de 'veldbrandsteen' waarmee het slot en de hoeve oorspronkelijk gebouwd zijn. "In die tijd waren er nog geen steenfabrieken en werd klei in het veld gevormd in een vormbak. Na het drogen werden er ‘vormelingen’ van gebakken en in tijdelijke veldovens aangestoken. Het duurde vaak weken voor de klei tot stenen gebakken was. De meest geslaagde exemplaren gebruikte men voor de voorgevels, de slechtere stenen voor de binnenmuren en fundering.”

Het proces van de 'veldbrandsteen' nabootsen

Zilverschoon Randwijk bootste het proces zo goed mogelijk na: "De stenen zijn, zoals vroeger, met de hand gevormd en dagenlang in een kolengestookte oven gebakken. Om te zorgen dat geen enkele steen identiek zou zijn, moesten ze telkens omgedraaid en verschoven worden. De oven is heel vaak aan en uitgezet om de temperatuurverschillen van de veldovens na te bootsen."

zilverschoon baksteen

Beeld: Zilverschoon baksteen, Aryan Klein

Behalve uit baksteen bestaan de muren uit drie verschillende soorten natuursteen, die nog steeds uit groeves in de omgeving komen: Naamse, Kunrader en Nievelsteiner zandsteen. Voor de leien dakbedekking moet Klein uitwijken naar Frankrijk waar een van de laatste groeves in Europa ligt die leien levert die lijken op de oorspronkelijke exemplaren van de kasteelhoeve. Van de moes- ofwel nutstuin waren geen historische afbeeldingen bewaard gebleven. De Historische Groentehof uit Beesel ontwierp een nutstuin met groenten- en fruitbomen, medicinale kruiden en planten, passend bij de functie die zo’n tuin vroeger had.

Jong talent helpen zich te ontwikkelen

Om de herbouw te financieren ontvangt Stichting Slot Schaesberg subsidie van onder andere de gemeente Landgraaf, provincie Limburg, IBA Parkstad en de BankGiro Loterij. Ook doen ze een beroep op fondsen, zoals stichting MPlooi, in het leven geroepen om jong talent te helpen zich te ontwikkelen, dat ruim anderhalve ton subsidie beschikbaar maakte. Klein hoopt dat ook jongeren geïnspireerd raken door het ambachtelijk werk op de bouw: "Jonge mensen moeten de ‘ambachtelijke’ fakkel door blijven geven, maar die fakkel mag er ook best anders uitzien dan vroeger."

Hij verwijst daarmee naar SlotLab, een laboratorium dat Klein’s werkwijze met de ‘oude’ ambachten als het ware een spiegel voorhoudt. SlotLab-oprichters Machiel Spaan (M3H architecten) en Simone de Waart (Material Sense) gaven vijf ontwerpers een opdracht elk een onderdeel van het slot te herontwerpen maar dan met ‘nieuwe’ ambachten, zoals 3d-printen. Ook daagden zij hen uit circulaire productietechnieken te onderzoeken. Klein noemt ze de 'Willy Wortels die dingen doen die we zelf nooit bedacht zouden hebben', zoals het maken van leien uit reststromen, of het inzetten van bacteriën afkomstig uit de slotgracht als energiebron voor verlichting. Hij maakt graag ruimte op Slot Schaesberg om volgend jaar de resultaten van SlotLab tentoon te stellen als onderdeel van de Internationale Bau Austellung (IBA) Parkstad.

Klein verwacht dat de kruisbestuiving tussen de 'oude ambachten' en de SlotLab-aanpak van belang is voor de toekomst. Hij is ervan overtuigd dat ambachten zich moeten blijven ontwikkelen. "Wat mij betreft zijn 3d-printen en CNC-frezen ook ambachten. Je ziet steeds meer voorbeelden van digitale technieken die cultureel erfgoed opnieuw tot leven kunnen wekken. Neem de monumenten in verwoeste Syrische steden; door duizenden digitale foto's ervan aan elkaar te plakken kan je een digitaal model samenstellen dat je kunt herbouwen. De kern van innoveren is dat het niet altijd meteen iets concreets op hoeft te leveren, het moet inspireren."

Dit is het zesde artikel in een reeks artikelen over SlotLab, een initiatief van Simone de Waart (Material Sense), Aryan Klein (Slot Schaesberg) en Machiel Spaan (M3H architecten) in het kader van de Internationale Bau Ausstellung (IBA) Parkstad.

Eerdere artikelen in de reeks over Slotlab:

Dit is het 6e artikel over het SlotLab, een initiatief van Simone de Waart (Material Sense), Aryan Klein (Slot Schaesberg) en Machiel Spaan (M3H architecten) in het kader van de Internationale Bau Ausstellung (IBA) Parkstad.

Voor meer info over SlotLab, zie https://www.materialsenselab.org/SlotLab

Voor meer info over Slot Schaesberg, zie https://www.slotschaesberg.nl/

slot schaersberg vanuit de lucht

Beeld: Slot Schaesberg vanuit de lucht