Terug naar overzicht

Sleutelen aan het klimaat in Paushuize

28 februari 2017

In 2010-2011 is het Utrechtse Paushuize duurzaam gerestaureerd en gerenoveerd. Sindsdien is dit rijksmonument het duurzaamste monument van Nederland. Een optimale duurzaamheidsprestatie valt of staat met een bewust beheer en gebruik van een pand. Wat werkt wel en wat niet? Wordt het pand gebruikt zoals dat aanvankelijk was bedacht? Wat is het geheim van een optimale prestatie? Met deze vragen ging ik naar Marco Bisschop, gebouwbeheerder van de provincie Utrecht.

Paushuize

Paushuize is een van de oudste monumenten van Utrecht met een prachtig gerestaureerd interieur. Aan de centrale gang liggen op de bel-etage en verdieping kleurrijke interieurs met historische wandafwerkingen, schilderingen, stucwerkplafonds, schouwen en meubilering. De kelder bestaat uit zware tongewelven waar nog sporen van een laat middeleeuws riool zijn te zien. De kapconstructie is met het gestapelde spant indrukwekkend hoog. Bijzonder is dat de monumentwaarde tijdens de laatste restauratie is vergroot, omdat historische elementen zijn teruggebracht.

“Het warmteverlies in het pand was voor de restauratie aanzienlijk”, vertelt Bisschop. “Het gebouw was nauwelijks geïsoleerd en er waren veel kieren in de gevels en dak.” Om het gebouw beter exploitabel te maken wilde de provincie, die al sinds 1814 eigenaar is, het comfort in het pand verbeteren en het energieverbruik flink verlagen. De toegepaste duurzaamheidsmaatregelen hebben geleid tot hoge scores op het gebied van duurzaamheid én monumentwaarden. En een eerste plaats op de zogenoemde DuMo prestatiekaart van het Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie (NIBE) wat vorig jaar veel publiciteit opleverde. Wat mij benieuwd is hoe de maatregelen de afgelopen vijf jaren hebben uitgepakt, tijdens de gebruiksfase.

Duurzaamheidsmaatregelen

Voor de restauratie deden NIBE en Evert-Jan Nusselder onderzoek naar de duurzaamheidsprestatie van het gebouw en stelde een pakket aan duurzaamheidsmaatregelen voor. Uit het onderzoek bleek het inzetten op verwarming het meest effectief is. Het pand is bijvoorbeeld slim gecompartimenteerd, ruimten zonder verblijfsfunctie (zoals diverse zolders en de trappenhuizen) worden niet verwarmd. De kap is deels geïsoleerd en daar waar de kap niet is geïsoleerd ligt isolatie op de zoldervloer. De meeste vensters zijn voorzien van achterzetbeglazing of geïsoleerd monumentenglas. De vloer van de Spiegelzaal is geïsoleerd. Achter alle radiatoren is radiatorfolie geplakt en de rookkanalen zijn afgedicht, wat beide simpele en zeer effectieve maatregelen blijken te zijn. Daarnaast zijn energiezuinige verlichting en waterbesparende installaties toegepast. Ruimten worden verwarmd en gekoeld door een luchtwarmtepomp in combinatie met stadsverwarming. Met dit systeem kan restwarmte worden hergebruikt in een ander vertrek.

Bisschop wijst op de beperkingen van een monument en het maatwerk van duurzaamheidsmaatregelen. In de salons aan straatzijde, met de meest monumentale interieurs, zijn de oorspronkelijke vensters behouden en slechts voorzien van UV- en warmtewerende folie om het warmteverlies zoveel mogelijk te beperken. De overige vensters zijn beter geïsoleerd door middel van achterzetbeglazing of geïsoleerd monumentenglas. In de salons was geen luchtbehandeling mogelijk, alleen in de Spiegelzaal is dit toegepast en weggewerkt in ontworpen interieurelementen die in heel Paushuize terugkomen. Ook aan de temperatuur worden in historische interieurs andere eisen gesteld. De minimumtemperatuur is hier hoger (ca. 20 graden), om te grote schommelingen in de temperatuur en luchtvochtigheid in de ruimte te voorkomen. Het dak is van buitenaf geïsoleerd, zodat de sporen van de indrukwekkende kapconstructie zichtbaar zouden blijven.

Geheim van een optimale prestatie?

Hoe zorg je er als beheerder voor dat het gebouw wordt gebruikt zoals bedoeld, zodat het gebouw ondanks al zijn beperkingen optimaal presteert? De gebruiker van het gebouw is een commerciële horecaondernemer die het gebouw verhuurt voor vergaderingen, diners en bijeenkomsten. Bewust beheer blijkt een zoektocht naar een balans tussen een optimale duurzaamheidsprestatie en optimaal gebruik.

Bij veel maatregelen kan weinig misgaan in het gebruik. Zo zorgen deurdrangers ervoor dat de deuren tussen verwarmde en onverwarmde ruimten zoveel mogelijk gesloten blijven. In de verlichting is aanwezigheidsdetectie opgenomen. Bisschop is trots op het gebouwbeheersysteem dat hij zelf heeft ontworpen en die een sleutelrol speelt in de prestatie van het gebouw. In het systeem kan per ruimte de temperatuur worden bepaald. Ook kan de gevoeligheid van de daglichtsensor ingesteld worden waardoor kunstverlichting wordt gebruikt waar dat ook echt nodig is. Bisschop, die al jaren in het gebouw rondloopt, kent het gebouw en het gedrag van de gebruiker precies. Op basis van zijn ervaring heeft hij de afgelopen jaren aan het gebouwbeheersysteem gesleuteld om de duurzaamheidsprestatie van het gebouw te optimaliseren.

Toch is bewust gebruik niet volledig af te dwingen: niet alle maatregelen worden gebruikt zoals dat was bedacht. Zo wil de horeca ondernemer de binnenluiken in de salons bij voorkeur open laten als uitnodigend gebaar voor passanten, ook wanneer de ruimten niet in gebruik zijn. Het warmteverlies blijft hier dus nagenoeg ongewijzigd. Ook bleek de gebruiker tijdens de gebruiksfase meer behoefte te hebben aan koeling, wat invloed heeft op het energiegebruik. Een ander punt is dat de provincie het beheer van het pand onlangs heeft uitbesteed aan een externe partij. Dit betekent dat het verfijnde sleutelwerk van Bisschop is overgenomen door een partij die het beheer nu op afstand regelt. Het is de vraag of zij het gebouw voldoende in de vingers krijgen om de duurzaamheidsprestatie op hetzelfde niveau te houden.

Terugblikkend op een gebruiksfase van vijf jaar in Paushuize laat zien dat veel maatregelen effectief zijn ongeacht het gebruik, maar dat een optimale duurzaamheidsprestatie toch zeker ook om bewust beheer en gebruik vraagt.