Terug naar overzicht

Van Volkshuisvesting tot Verwarring

28 augustus 2017
Van Volkshuisvesting tot Verwarring

Ik behoor tot de generatie die nog een heilig vertrouwen had in de overheid. Bij de ambtenarij waren de zaken goed op orde. De overheid was verstandig en betrouwbaar. Je stemde ook altijd op dezelfde politieke partij. Nu lijkt het alsof het openbaar bestuur geheel de weg kwijt is. Om maar niet te spreken van politiek Den Haag.

De formatie is inmiddels een klucht geworden. De belastingdienst functioneert niet meer. Het pgb, altijd al een vreemd idee, heeft geresulteerd in onoplosbare administratieve problemen. De politie blijkt in een suïcidale reorganisatie te zijn verstrikt. En dan eigenlijk alle beleidsterreinen die ooit door het trotse Ministerie van VROM werden geregeld, daar wist men precies hoe ons land op geheel wetenschappelijk verantwoorde wijze moest worden ingericht. Een lange reeks jaarverslagen van de Rijks Planologische Dienst herinnert aan die vervlogen jaren.

De V van volkshuisvesting is nu de V van verwarring geworden. In de grote steden vechten de mensen om een woning. Amsterdam gaat voorop met het bouwen van steeds kleinere woningen in steeds hogere torens. Sommige planologen denken al dat Hong Kong de enige oplossing is voor de hoofdstedelijke woningmarkt. De overheid leunt achterover en vertrouwt op het gezond verstand van projectontwikkelaars. Zo ging het ook in de negentiende eeuw, toen enorme wijken met piepkleine woningen werden gebouwd. Maar wat is er toch gebeurd met het ideaal van een frisse groene stad voor gezinnen met kleine kinderen die door een park naar hun kleuterschool kunnen lopen?

Met de RO van ruimtelijke ordening is het niet beter gesteld. Misschien zijn de windmolens het beste voorbeeld, NRC Handelsblad schetste recent een naar beeld van dit beleid, als beleid al het goede woord is. Het pijnlijkste feit was nog wel dat de molens steevast op de gemeentegrens worden gebouwd, dus in feite in de buurgemeente. Dat is natuurlijk een vorm van bestuurlijke wanhoop. Ooit heeft iemand ergens besloten dat er in Nederland zoveel megawatt windenergie moet worden opgewekt, maar niet op zee, wat tegenwoordig heel goed kan en niet duur is. Vervolgens is die opgave eerst over de schutting gegooid bij de provincies en die hebben het probleem weer over de schutting gegooid bij de gemeenten. Met als gevolg boze burgers, maatschappelijk verzet. Maar klaarblijkelijk komt niemand op het idee om dit achterhaalde beleid te heroverwegen. Waarom niet op zee? Windmolens geven ernstige overlast in ons dichtbevolkte land.

Tot slot de M van milieu. Er was veel heisa over eieren met gif erin. Niet dodelijk, maar niemand wil dat. Daarna begon het wijzen, wie is de schuldige. De gifmengers, de boeren, de falende controle. Maar zoals gebruikelijk kwam de essentie van het probleem niet ter sprake. De intensieve veehouderij in Nederland is een milieuramp geworden. En de landbouw in het algemeen is slecht voor het milieu. Bijen vallen dood uit de lucht, het gaat slecht met de weidevogels en tal van andere vogels die niet of slecht kunnen overleven in een kaal landschap dat nog maar één functie heeft: produceren.

Het zal mij benieuwen hoelang er nog draagvlak is voor deze waanzin.