Terug naar overzicht

Wat brengt neoliberalisme ons

22 november 2017
Wat brengt neoliberalisme ons

Tot mijn grote vreugde stond er een stuk in de krant over de ruimtelijke ordening. Jongeren begrijpen waarschijnlijk niet eens meer wat dat is. De Delftse hoogleraar Han Meyer hield een pleidooi voor een grootschalige renovatie van ons land. Hij wees daarbij vooral op de waterstaatkundige complexiteit van de rivierdelta die Nederland in feite is. Maar er zijn natuurlijk tal van beleidsterreinen die aandacht verdienen. Nu de woningmarkt in de Randstad weer het kookpunt bereikt, is er toch voldoende aanleiding om weer eens echt na te denken over de volkshuisvesting. En natuurlijk infrastructuur en vervoer. Hoewel Rijkswaterstaat gelukkig min of meer onverstoorbaar doorgaat met wegen bouwen, zou het toch verstandig zijn om een omvattende visie te ontwikkelen. In het openbaar vervoer volgt het ene noodverband op het andere. Treinen zijn overvol en vormen zodoende geen aantrekkelijk alternatief voor de auto.

En dan de bedrijvigheid, waarmee wij nu eenmaal ons dagelijks brood moeten verdienen. Het is tenslotte gelukt om vervuilende industrie met milieuwetgeving aan banden te leggen. Ook het rioolwater wordt niet meer in de rivier geloosd. Maar tegelijkertijd heeft de veehouderij in Nederland zich ontwikkeld tot een milieuramp. Niet lang na het artikel van Meyer verscheen de berichtgeving over mestfraude in Oost Brabant. De varkenshouderij is in feite een crimineel bedrijf geworden. Natuurlijk hebben boeren daar schuld aan, maar zeker niet alle schuld. De overheid heeft het mestprobleem willens en wetens uit de hand laten lopen. Op het Ministerie van Landbouw was het woord mest taboe. Dat Ministerie is opgeheven, maar daarmee is het probleem niet verdwenen. Meyer noemt de verduurzaming van de landbouw min of meer terloops, maar na decennia wanbeleid zal het niet meevallen om de karbonade, de kip en het ei weer milieuvriendelijk te produceren. Er zijn ook veel teveel melkkoeien in Nederland, vraag dat maar aan de weidevogels.

Dit jaar vierden we 100 jaar De Stijl. Cor van Eesteren was in 1917 twintig jaar oud. Nederland ging toen voorop in de moderne kunst en Van Eesteren werd als jonge architect gevormd door het gedachtengoed van de avant-garde. Dat zou resulteren in een reeks bijzondere stedenbouwkundige ontwerpen die begin jaren zestig werd afgesloten met een structuurplan voor de Zuidelijke IJsselmeerpolders. Dit ontwerp is veel minder bekend dan het Algemeen Uitbreidingsplan van Amsterdam, maar het was een briljante visie op grootschalig ruimtelijk beleid. Daar is nooit iets van terecht gekomen, omdat ruimtelijk beleid in Nederland uiteindelijk toch wordt bepaald door het gemeentebestuur. Dat is geen goed recept voor de toekomst van ons land.

Het neoliberalisme heeft natuurlijk veel schade aangericht, het idee dat de overheid vooral een hindermacht is. Ook onze nieuwe regering zal zeker niet stevig ingrijpen in het ruimtelijk beleid. Maar het is de vraag of een grootschalig ruimtelijk beleid überhaupt mogelijk is in ons land. De befaamde Tweede Nota werd destijds al bekritiseerd als een papieren tijger zonder bestuurlijk fundament. Nu ook het Ministerie van VROM niet meer bestaat, ontbreekt zelfs het ambtelijk apparaat om beleid op papier te zetten.