NRP heeft dit jaar 13 inzendingen ontvangen voor de NRP Masterprijs 2018. Allemaal inzendingen van aanstormend talent met mooie nieuwe ideeën op het gebied van transformatie en renovatie.
Op 19 september kwam de jury van de NRP Masterprijs 2018 bij elkaar om tot vijf genomineerden te komen. De jury bestaat zes deskundigen en is een weerspiegeling van de diversiteit van het NRP netwerk, te weten:
- Eva Hermans (De Nederlandse Bank), juryvoorzitter
- Ernst van der Leij (Brink), jurylid
- Karin Wolf (Wessel de Jonge), jurylid
- Arjenne Jetzes (Woonvisie), jurylid
- Wendy Scherpenisse (Smits Vastgoedzorg), jurylid
- Erna van Holland (NRP), secretaris
Vervolg
De genomineerden presenteren hun scriptie aan de jury op 15 oktober. Vervolgens wordt de NRP Masterprijs feestelijk uitgereikt tijdens de NRP Partnerbijeenkomst op 31 oktokber. Uit de mix van onderwerpen, vakgebieden en opleidingen gaat zeker een mooie winnaar komen!
De vijf genomineerden zijn:
Bram van Ooijen (Rotterdam Academie van Bouwkunst)
Wihdatopia, vluchtelingenkampen zijn de steden van morgen
De studie concentreert zich op de stedelijke dimensie van vluchtelingenkampen en de symbiotische relatie die stad en kamp met elkaar kunnen ontwikkelen. Wihdatopia kijkt naar de stedelijke aspecten van Amman New Camp (Wihdat vluchtelingenkamp) in de hoofdstad van Jordanië. De vlucht naar de stad leidt tot zogenaamde ‘vluchtsteden’. De inbreng van stedenbouw in het debat over ontwikkelingshulp en vluchtelingenopvang in de regio. Ontwerpend onderzoek denkend vanuit mogelijkheden en een getekend stedenbouwkundig plan. Hiermee wordt de stelling onderbouwd dat vluchtelingenkampen nooit in niemandsland moeten worden gebouwd.
Manifest met 7 lessen:
Christian van der Blonk (ASRE)
Flexibiliteit gewaardeerd: de waarde van functieflexibiliteit van de stedelijke plint
De waarde van functieflexibiliteit vanuit verschillende invalshoeken. Taxateurs zien niet of nauwelijks een effect op de meerwaarde voor de hoogte van de marktwaarde. Hoewel niet zichtbaar in de taxatiewaarde, is men wel van mening dat het voor de waarde voor een individuele belegger van invloed is. Die zien vooral goede kansen in het wijzigen van de winkel in de plint naar een woonfunctie, maar ook zij drukken deze flexibiliteit niet in geld uit.
De reële optietheorie biedt de mogelijkheid om flexibiliteit expliciet te waarderen en is een goede aanvulling op de dcf-methodiek.
Christian heeft een literatuurstudie en empirisch onderzoek van 8 casussen met 18 functiewijzingen van de plint d.m.v. een digitale vragenlijst naar de taxateurs gedaan. Vervolgens is kwalitatief onderzoek gedaan naar de financiële waarde van functieflexibiliteit.
De conclusie luidt: functieflexibiliteit kan van substantiële meerwaarde zijn, ook al is op dit moment geen sprake van een intrinsieke meerwaarde. In de praktijk wordt deze waarde echter over het hoofd gezien of slechts in kwalitatieve zin benoemd. Het toepassen van functieflexibiliteit kan daarbij bijdragen aan de toekomstbestendigheid van plinten. Dit vraagt echter wel om het geven van waarde aan functieflexibiliteit. In de scriptie worden aanbevelingen gegeven die aanzet geven tot de meerwaarde van flexibele herontwikkeling van stedelijke plinten.
Hedwig van der Linden (TU Delft, Architecture and the Built Environment)
Questioning the re-use of a post-war modern inner city figure
Dankzij het bombardement in 1940 kreeg Rotterdam een nieuw type binnenstad. In plaats van het traditionele gesloten bouwblok met tuinen kwam het expeditie-bouwblok, passend bij de moderne auto-ideologie. Verborgen achter poorten liggen op het binnenterrein expeditie-straatjes, die samen een secundair netwerk vormen met een typische sfeer die meer is dan ‘achterkanten’. Na 66 jaar is de bebouwing verouderd en de logistiek veranderd. En Rotterdam is booming, er is urgentie de stad te verlevendigen door extra woningen toe te voegen. Doel van het afstudeerproject van Hedwig van der Linden is om het expeditie-blok zo te moderniseren dat de identiteit van de naoorlogse stad ‘doorleeft’. Hiertoe deed zij uitgebreide voorstudies: (1) een documentatie en analyse van het expeditie-bouwblok via het Stadsarchief; (2) een literatuurstudie naar wederopbouwarchitectuur; (3) een film over expeditie-bouwblok Sint-Janshof; (4) de inventarisatie van het huidige gebruik en gebruikers; (5) de positionering t.o.v. de huidige initiatieven van de markt en de gemeente. Tevens is een) theoretische studie naar 'dichtheid' gedaan. In het ontwerpvoorstel wordt op het binnenterrein stedelijk leven toegevoegd, en de expeditiestraten zijn omgezet in een reeks groene hofjes. Bovenop bestaande bedrijfspanden is een dek gecreëerd met kleine woontorens, dat is verbonden met de bestaande woningen.Het dek, de torens en hun materialisatie in glas en staal verwijzen naar en vernieuwen de modernistische architectuur. Het project respecteert het oorspronkelijke expeditie-hof als 'een andere ruimte' die in contrast is met de stad.
Lauren Boots (TU Delft, Independant Group)
Stadtbauhütte
De Dombauhütte zijn de gebouwen die naast de kathedraal werden gebouwd en functioneerden als een ontmoetingsruimte voor de architect en de ambachtslieden en alle bij de bouw betrokken mensen. Na gereedkomen van de kathedraal werd de ruimte benut als laboratorium voor de restauratie. De relatie tussen Dombauhütte en kathedraal en de relatie tussen architect en ambachtsmensen zijn de dragers van dit project. De Stadtbauhütte maakt de vernieuwing van de stad toegankelijk en zichtbaar voor de stad. Zij behoudt daarbij de schoonheid van materiaal en de kunde van de ambachtslieden. De Stadtbauhütte van Delft is gehuisvest in een bestaand gebouw aan de rand van de historische binnenstad, Westvest 143-149. De geschiedenis van de plek is in beeld gebracht. Het gebouw kent een aantal volumes aan een binnenhof. Het hof wordt vergroot t.b.v. de nieuwe functie. Door het hof te voorzien van een dak en gevels ontstaat een nieuw gebouw. De begane grond wordt gebruikt voor workshops voor mensen die bezig zijn met de restauratie en transformatie van de stad Delft. Het open karakter moet stimuleren dat iedereen die met de stad bezig is hier zijn/haar aandeel wil leveren. Er wordt een archief in onder gebracht. Het ontwerp is op de werkwijze van ambachtslieden tot stand gekomen, door te werken met modellen van fragmenten van het gebouw in de schaal 1:10. Verschillende ateliers zijn bezocht om een goed beeld te krijgen van de invulling van het gebouw.
Nikki de Boer (TU Delft, Heritage & Architecture)
Connecting walk-up aparments in local closed flows
Hoe kunnen na-oorlogse portiek-etage woningen fysiek verbeterd worden en beter worden verbonden aan ‘flows’ zoals water, energie en afval. Het onderzoek richt zich op de woningen naar het ontwerp van J.H. van de Broek uit 1939 in Carnisse (Charlois), Rotterdam. Het gebied is voornamelijk een woongebied met enkele winkels en verkavelde tuinen. Hoe kan hier een gesloten kringloop voor worden ontwikkeld. Superuse Studios heeft een strategie ontwikkeld gebaseerd op het idee van Industriële Ecologie (IE) om de stromen te herkennen in een gebied en de ruimtelijke gevolgen te bepalen voor de integratie van stromen in een ontwerp met als doel een duurzame combinatie te realiseren tussen milieu, economie en technologie. Allereerst vindt het onderzoek op stedenbouwkundig niveau plaats en vervolgens op het niveau van de blokken en de woningen. Er wordt gekeken hoe de huidige problemen van de buurt (gebrek aan diversiteit) en de gebouwen (badkamer, keuken, ventilatie en installaties) kunnen worden opgelost en hoe kan worden gewerkt passend in de Woonvisie van Rotterdam. De voorstellen zijn in een roadmap vastgelegd.